Als morgen een nieuwe dag begint,
En ik ben er niet meer bij,
De opkomende zon je ogen vind,
En dat je denkt aan mij.
Ik wens je echt niet dit verdriet,
En troost zou ik je willen geven,
Maar ik denk aan vele dingen,
Die we niet meer zullen beleven.
Ik weet hoeveel jij van mij houdt,
En ik nog meer van jou,
En dat als jij aan mij denkt,
Hoeveel jij mij missen zou.
Maar als de dag zonder mij begint,
Moeilijk voor te stellen, van een kant,
Weet dat een engel kwam, die riep mijn naam,
En hij reikte mij de hand.
Hij zei mijn plaats is nu dan klaar,
In de hemel, maar ver van jou,
En dat ik nu moest achterlaten,
Allen waar ik veel van hou.
Ik keerde om, om weg te lopen,
Ik wilde terug, maar bleef toch staan,
Heel mijn leven had ik gedacht,
Dat ik zo toch niet zou willen gaan.
Er is nog zoveel dat ik wil zeggen,
En nog zoveel waar ik voor leef,
Ik ben niet klaar en het is te vroeg,
Er zijn er zoveel waar ik veel om geef.
Ik denk aan alle dagen,
De goede, maar ook verdeeld,
Ik denk aan alle fijne momenten,
Woorden die we hebben gedeeld.
Alles uit mijn dagelijkse leven,
Misschien zal ik ze missen, komt de morgen,
Ik dacht aan jou en kreeg opeens,
Een hart vervuld met zorgen.
Mocht ik gisteren opnieuw kunnen beleven,
Al was het dan ook maar voor een dag,
Dan gaf ik je een kus en zeg ‘ik zie je zo’,
En zie ik je lieve glimlach.
Maar een golf van liefde kwam over mij,
En een vrede en rust, moeilijk te verhalen,
In Zijn armen geborgen mocht ik zijn,
Want God de Vader kwam mij halen.
De hemelse poort liep ik toen binnen,
En riep 'hier ben ik Heer',
En hoog vanaf zijn gouden troon,
Keek de Vader met liefde op mij neer.
Hij zei, dit is de Eeuwigheid, mijn kind,
En de belofte die Ik je heb gegeven,
Je tijd op aarde is nu voorbij,
En hier begint je nieuwe leven.
Je bent Mij zo trouw geweest,
Altijd klaar voor een ander, stond je toen,
En soms waren er wat dingen,
Die ik je liever anders had zien doen.
Maar weet, Ik heb je vergeven,
En nu mijn kind, nu ben je vrij,
De Heerlijkheid is ook voor jou,
Neem Mijn hand en kom tot Mij.
Ik beloof je geen gisteren noch morgen,
Alleen vandaag is hier het heden,
Geen pijn, verdriet of zorgen,
Geen verlangen naar het verleden.
De mooiste muziek mocht ik toen horen,
‘Amen’ zongen de engelen in koor,
Mijn hart vervulde zich met liefde,
En drongen deze woorden tot mij door.
Geprezen zij onze Machtige God en Vader,
Die, gezeten op Zijn troon,
Je de Eeuwigheid zal schenken,
Door het offer van Zijn Zoon.
Als morgen een nieuwe dag begint,
En je denkt aan mij, met smart,
Treur dan niet, ik ben heel dichtbij,
Want ik leef nu in je hart.