Overlijdensbericht en herinneringsplaats van

Bessel Vrijhof

24-02-192015-12-2020

Aankondiging

Livestream Uitvaart

Bekijk de Livestream

Wachtwoord: U vult Eerbeek in

Datum: 22-12-2020

Tijd: 11:00 tot 12:00

Extra informatie: Na de dienst van zondag 20 december verschijnt de geplande uitzending.

      Levensloop Bessel Vrijhof

      Het leven van Bessel Vrijhof begon op 24 februari 1920 in Harderwijk. Boven zich had hij de zussen Jo, Ali en Han. Zijn broertje Bessel was, een half jaar oud, in 1914 overleden. In december 1920 verhuisde het gezin naar Nijkerk. Dit huis had een grote achtertuin. Die werd al gauw het domein van Bessel. Hij hield daar kippen en konijnen. Maar belangrijker nog: hier ging hij druk bezig met spitten, zaaien en zelfs bomen omhakken. Hier werd zijn liefde voor bomen en planten geboren.

      De dertiger jaren brachten het gezin niet alleen de algemene economische crisis, maar ook problemen in het gezin zelf. Zus Ali overleed begin januari 1934, 23 jaar oud, tijdens een longoperatie. Bessels vader Jan was een week daarvoor ernstig ziek en bedlegerig geworden. Hij verloor hierdoor zijn baan. Doordat Bessels moeder elk dubbeltje omdraaide, wist het gezin te overleven. Bessel heeft hierdoor altijd een groot respect gehad voor zijn moeder, wat hij niet onder stoelen of banken stak. Het gezin moest in 1935 noodgedwongen naar Harderwijk verhuizen. Eind december 1940 overleed Bessels vader. Hij werd 61.

      Bessel wilde zijn liefde voor tuinieren graag omzetten in een studie in Wageningen. Geld daarvoor ontbrak, zijn moeder vond dat hij wel sigarenboer kon worden. Groot was dan ook zijn dankbaarheid toen hij het aanbod kreeg dat iemand hem het geld voor de studie wilde lenen. In 1938 begon hij aan zijn studie, die twee keer onderbroken werd door de oorlog. In juli 1947 studeerde Bessel af. Hetzelfde jaar nog kreeg hij een baan bij het Ministerie van Landbouw. Hij ging werken in Goes.

      Op 4 mei 1948 trad hij in het huwelijk met Henny Lub. Zij kregen vier kinderen, Jan Otto, Koert, Heleen en Henk. Eind 1952 verhuisde het gezin naar Den Haag, omdat Bessel op het ministerie zelf ging werken. In 1959 maakte hij de overstap naar de gemeente Den Haag. Hij kwam in dienst van Gemeenteplantsoenen. In 1975 maakte Bessel de laatste stap in zijn loopbaan. Hij werd directeur van de dienst begraafplaatsen en crematoria in Amsterdam.

      Op 1 november 1982 ging hij met de Vut. Nog diezelfde maand verhuisde hij met Henny naar de Rentmeesterhof in Eerbeek. Bessel had zich geen mooiere vut- en pensioentijd kunnen wensen: hier trof hij zijn nieuwe Nijkerk. Hij had weer alle tijd om in een tuin helemaal voor zichzelf, helemaal zijn eigen gang te gaan. Hij had toen niet kunnen denken dat hij hier maar liefst 38 jaar van heeft kunnen genieten. Zo kon hij ook de intensieve mantelzorg voor zijn geliefde Henny volhouden toen zij steeds meer begon te dementeren. Zijn 100-ste verjaardag heeft Bessel in goede gezondheid en volledig helder nog net voor de eerste corona lockdown in groot gezelschap gevierd. Hij genoot hier met volle teugen van.
      Toch nog onverwacht snel is hij na een kortstondig ziekbed op 15 december jl. in alle rust overleden.

      22 december 2020

      Voeg uw reactie of herinnering toe met:

      Tips over condoleren of herinneringen delen?

      • Herinneringen aan vader - 2
        reactie 5   |   niet OK
        Eens per jaar vindt het internationale rozenconcours plaats, georganiseerd door de Plantsoenendienst van ’s-Gravenhage in het Westbroekpark. Vader neemt, daags voor de uitreiking, de trofee - de Gouden Roos-plaquette - mee naar huis. Vader mobiliseert ons soms voor acties van de gemeente zoals de bestrijding van de coloradokever op het strand en ‘Opgeruimd staat netjes’. Er komen huisdieren: Jan Otto hagedissen, ik konijnen. Samen bouwen we een hok en gaan we naar tentoonstellingen zoals Avicultura. Alwaar we een keer vaders chef ontmoeten die sierduiven kweekt.
        Twintig jaar na D-Day brengen vader, Jan Otto en ik een vakantie door in Normandië. We bezoeken onder meer de landingsplaatsen van 6 juni 1944.
        De zomervakantie daarna breng ik met vader deels door in de Auvergne (1965) als een oase in de moeilijke jaren (stress en chagrijn). In deze tijd schakelt Nederland over op aardgas. Langs de autoweg liggen grote buizen om in de grond gelegd te worden. Vader vertelt me later dat hij ontsteld was door de haast waarmee sommigen aan het gas wilden verdienen en dat er (te) weinig aandacht was voor spaarzaamheid. Hij komt tot zijn spijt de veranderende maatschappij ook tegen in de vorm van langharigen die via het alternatieve uitzendbureau SWEM de Plantsoenendienst versterken. Plannen zien het licht om station Staatsspoor om te bouwen tot Den Haag Centraal. Voor de hand heeft gelegen om op het kruispunt van de lijn Den Haag – Utrecht en de lijn Amsterdam - Den Haag - Rotterdam een station te bouwen. Volgens vader springt dat idee uiteindelijk af omdat het spoorwegpersoneel dan te lang onderweg zou zijn naar het nieuwe station.

        In 1969 ontvangt vader van moeder een briefje met veel typefouten: “Lieve Bessel, Het eerste briefje wat ik tik in mijn leven is voor jou! Mijn eerste les ontving ik van Heleen. Vind je het niet geweldig?”
        Vader en moeder hebben duidelijke verschillen:
        • Voor moeder gaan er maar 3 kwartier in het uur, voor vader daarentegen wel 5.
        • Op weg naar oma in Harderwijk: moeder buigt zich voorover vanaf de achterbank van onze Kever en kijkt even zwijgend, maar gespannen naar de kilometerteller. Een ruk aan vaders schouder, de uitroep ‘Bessel!’, en zijn reactie ‘Ja, ja, we rijden een helling af’. Maar van een helling is geen sprake. Gemaakte overtreding: overschrijding van de afgesproken maximumsnelheid. Voor moeder is dat maximum altijd 80 kilometer per uur. Toen we een keer zonder moeder wel 100 reden en we dat later met glimmende oogjes aan haar vertellen, heeft ze een slechte middag en krijgt vader op z’n falie.
        • Is moeder naar de kinderen toe erg controlerend, vader laat het meeste maar gebeuren. Soms is hij er nog niet als we ’s avonds gaan eten. Moeder windt zich op en oppert dat er wat ergs gebeurd kan zijn. Wij denken “zou hij ooit nog komen?” Maar als vader dan toch thuiskomt, redt hij zich door een kort excuus als ‘opgehouden te zijn door een moeilijke bespreking’, of geeft hij de schuld aan een nog op te ruimen postbakje. Een keer heeft dit geleid tot zijn ontvangst in ‘Hotel Vrijhof’ waarbij de kinderen met een servet over de arm aan meneer vragen waarmee zij hem konden dienen.
        • Bij wandelingen komt het regelmatig voor dat moeder een paar stappen voor haar man uitloopt, waarbij ze een duidelijk sneller ‘ritme’ aanhoudt. Vader komt daar dan in statige ‘tred’ achteraan. Henk ziet dat omstanders zich verbazen dat deze twee mensen bij elkaar horen.

        Bij de Kamerverkiezingen in 1971 mag ik nog niet stemmen, met mijn 19 jaar ben ik te jong. Het bescheiden PSP-(blote vrouw) affiche dat ik daarna op mijn zolderraam heb geplakt, moet van vader er af. Tot zijn vreugde pakt bullebak-wethouder Dankelman (VVD) in november 1971 zijn biezen. Hij is verrast om te horen dat ‘zijn’ wethouder Vink (PvdA) daarvoor heeft gezorgd door Dankelman bij een politieke kwestie voor het blok te zetten. De Kamerverkiezingen van 1972 leiden tot onenigheid tussen vader en mij. Hij wil dat ik de lijst van CHU-kandidaten onderteken en ik weiger dat principieel.
        Als uitzendkracht bij de gemeente kom ik brieven tegen die ondertekend zijn door vader, in diens directiefunctie bij de Plantsoenendienst. Doordat ik ze soms lees, krijg ik een beter beeld van zijn dagelijkse werkzaamheden.

        Als ik zelf vader word, ontwikkelt hij direct een sterke band met zijn beide kleinzonen. Grootvader krijgt een 10! Hij en ik hebben soms vertrouwelijke gesprekken in huis, zonder moeder, en in de auto (hij als bijrijder). Bijvoorbeeld om de veteranendag bij te wonen.

        Aan het eind van de zomer van 2020 wordt hij ziek. Eind november treedt een delier op. Deze onverstoorbare, wilskrachtige man, ‘de oude eik’, kent toch ook angst. Door sussende woorden en hem vast te houden wordt die minder. Er treedt een ongeneeslijke ontsteking op, organen gaan ernstig achteruit, het levenseinde kondigt zich aan. Gelukkig komt hij nog bij bewustzijn om afscheid te nemen.
        Blijvend zijn gevoelige, dierbare, onuitwisbare, kostbare herinneringen…

        Koert

        Koert - Zoetermeer
        6 januari 2021

        Deel deze pagina:

      • Herinneringen aan vader -1
        reactie 4   |   niet OK
        Mijn allereerste bewuste herinnering: ik zit op vaders schouders bij een boot in een haventje. Het zal de oversteek naar vogeleiland De Beer tijdens een dag-uitje zijn geweest. Vader houdt van stoeien en andere lijfelijke spelletjes. Zo nu en dan aait hij me over m’n bol, ik vergelijk me zelf met hem, zijn handen (die ik mooi vind) met de mijne, wanneer ik tot de bovenkant van z’n broek reik, wanneer ik daar bovenuit kom. Soms haal ik schilfertjes roos uit zijn haar, vindt-ie lekker als aan hem wordt gezeten. Zo nu en dan vertelt hij over zijn jeugd in Nijkerk en maakt hij daar met zijn vulpotlood tekeningetjes bij terwijl wij op schoot of dicht bij hem zitten. In zijn mooie handschrift. Heel soms wordt hij erg kwaad en dan moet je uitkijken.
        Mijn eerste spiritueel en blijvend gevoel: samen met hem naar de sterrenhemel kijken, speciaal de Grote Beer (het steelpannetje). Het roept een gevoel van geborgenheid en rust op. Een gevoel dat ik nog steeds kan ervaren.

        Ik ben een dromer. Gefascineerd kijk ik in mijn stoeltje voor het raam naar buiten. Misschien komt vader thuis met de auto. Hij is een ervaren autorijder. Dagelijks rijdt hij naar De Meern, naar een proeftuin en komt later thuis. Als hij thuis ziek is met gordelroos, komt de man (chef of collega) langs over wie hij zo boos praat. Dat bezoek valt mee, gelukkig. Moeder is soms bang in de auto. Ze gilt van schrik of ze roept ‘Bessel!’ Op een gegeven moment zit ze niet meer naast, maar achter vader en Jan Otto zit dan op de bijrijdersstoel. Een keer is ze het niet met vaders rijstijl eens en stompt hem op de rug, vader duikt ineen. Een keer spuwt vader in de kolenkit, moeder wordt boos en ik word bang van die grote man. Maar vader haalt moeder ook aan, of omgekeerd, en soms zit moeder bij vader op schoot. Ze zijn niet preuts. Hun slaapkamer gaat maar zo nu en dan op slot.
        Hij laat van planken Amerikaans dennenhout (verpakking van de Marshallhulp vertelt hij later) een kist vol blokken zagen. Voor mij een doorslaand succes: ik bouw er eindeloos mee, vooral passagiers-, oorlogs- en vuurtorenschepen.

        Op bezoek bij vaders moeder (‘oma Harderwijk’) is altijd leuk. Ze verwelkomt ons hartelijk en haar huis heeft een warme uitstraling. Ook al is ze oud, ze vindt het leuk om met ons te stoeien en ze tovert met haar handen het silhouet van een konijntje op de muur.
        Zondags verlang ik erg om naar de kerk te gaan en op m’n vijfde mag ik eindelijk mee, naar de ’Morgenster’. Ik verbaas me over de slapende mensen in de kerk. Vader is ouderling en ik mag daarom soms het tellen van het geld van de collecte zien. In zijn kerkelijke functie is hij soms ’s avonds de deur uit of houdt hij toezicht tijdens de zondagsschool. Dan kan hij bij herrie streng ingrijpen.
        Steeds terugkomend gespreksonderwerp: onze kleine behuizing, een vierkamerflat aan de Blasiusstraat. Vooral na de komst van Heleen (1954) kijken vader en moeder reikhalzend uit naar een grotere woning. Voortdurend wordt de kans op een groter huis ingeschat. Volgens vader is de woningnood op te lossen door ‘alles open te gooien’, dan is het gebrek aan woonruimte binnen een paar jaar voorbij. Hij foetert op de regering die daar blijkbaar anders over denkt. Vooral de PvdA moet het ontgelden.
        In de straat heeft bijna niemand een auto. Buurkinderen zijn gretig om een keertje mee te rijden. Of worden een keer op hun slee in de sneeuw voortgetrokken door vader in de auto.
        Zondagmiddag, na de soep en het toetje, luistert vader naar de radio als met sonore stem mr G.B.J. Hiltermann ‘de toestand in de wereld’ bespreekt.
        Mijn eerste fysieke kennismaking met de overheid is een feestelijke gebeurtenis: het uitdelen van beschuit, sigaretten en sigaren op het ministerie van Landbouw aan de Bezuidenhoutseweg. Juli 1957. Mijn vader geeft ze aan zijn collega’s vanwege de geboorte van zijn vierde kind, Henk. Een donker gebouw met een grote trap in het midden en kamers met vriendelijke meneren.
        Vader is bloeddonor. Als hij bloed heeft afgestaan, trakteert moeder hem op een biefstukje. ’s Avonds gaan we soms onder de hoogtezon, allemaal met een groen geglaasd brilletje op.
        Verkiezingen volgen we thuis intensief. Vader staat kandidaat voor de CHU, zij het voor een onverkiesbare plaats. Trouw stop ik (of prop bij te kleine brievenbussen) elke verkiezing met vader folders in de bussen. M’n juf in klas 2 wijs ik, lopend op straat, op ons raamaffiche. “Ssst, stemmen is geheim” is haar reactie.

        In 1959 is het zover, we kunnen een groter huis kopen. We verhuizen naar Mariahoeve, naar de Norenburg (1960). Vader spit de braakliggende tuin om. De kinderen krijgen ruimte om te ‘boeren’: ieder een eigen tuintje. We gaan zondags naar de kerk, een gymzaal aan de Diamanthorst. Dan groeten we vaak partijgenoot en Kamerlid Scholten. Hij woont met zijn gezin in net zo’n huis als het onze, aan het Dignaland.

        Koert - Zoetermeer
        6 januari 2021

        Deel deze pagina:

      • Foto's van vroeger
        reactie 3   |   niet OK

        De eerste foto: vader, moeder, Koert, Heleen, Henk voor het huis in Mariahoeve, 1971
        De tweede: 100 jaar Wageningse universiteit. Vader in gesprek met Mathijs Noordhoek die een jaar eerder aan de studie begon
        De derde: na afloop van een show van Paul van Vliet in de Kon. Schouwburg december 2015
        De vierde: kerstlied zingend voorafgaand aan kerstlunch in Eerbeek 2005
        De vijfde: Vrijhofdag 2009: grootouders met kleinkinderen


        Koert - Zoetermeer
        24 december 2020

        Deel deze pagina:

      • Persoonlijke reactie...
        reactie 2   |   niet OK
        Meneer Vrijhof heb ik mogen interviewen vanwege zijn 100e verjaardag, voor onze plaatselijke krant. Hij maakte enorme indruk op me! Vol verhalen en alles zo helder voor de geest. Hij vertelde over zijn werk vroeger, als ik door de Spoorstraat kom denk aan zijn relaas over de bomen die met hun wortels door leidingen gingen. Hij ontwierp een soort matten die dit tegengingen en in deze straat lagen ze nog in de grond vertelde hij me. Om een beetje beweging te houden, tilde hij zijn onderbenen op in de stoel, elke dag weer een aantal keer! Hij vertelde over Japan en de vriendschap van onze gemeente. Hij gaf me allerlei kopietjes mee en ik zou nog welmeen vervolg kunnen maken ... maar toen kwam corona en was een bezoekje niet zo makkelijk meer te plannen. U bent nu weer bij uw vrouw, zoals u mij omschreef.
        Rust zacht beste Bessel, ik denk nog vaak aan u terug!

        Marion Verhaaf, correspondente/fotograaf Brummens Nieuws (voorheen Brummens Eerbeeks Weekblad)

        Marion - Brummen
        22 december 2020

        Deel deze pagina:

      • Persoonlijke reactie...
        reactie 1   |   niet OK
        Ik heb meneer Vrijhof een aantal keer mogen ontmoeten, tijdens de bezoeken van de delegaties uit Koriyama aan Brummen. Dat ik in Koriyama mijn baan heb gevonden heb, heb ik te danken aan de vriendschapsbanden tussen Koriyama en Brummen, die grotendeels dankzij meneer Vrijhof zijn ontstaan en voortduren. Zijn boek over deze banden, met zijn handtekening, zal ik altijd goed bewaren.
        Ook hier in Japan, aan de andere kant van de wereld, wordt aan u gedacht.
        Rust zacht, meneer Vrijhof.

        Joost - Koriyama, Japan
        22 december 2020

        Deel deze pagina:

      Laat nabestaanden weten dat u aan hen denkt

      Plaats een reactie

      Inspiratie nodig voor uw reactie?


      De mooiste herinneringen zijn vaak eenvoudige momenten waar je het eerst aan denkt. Condoleances zijn vaak de woorden die als eerste in je opkomen om verdriet te delen.


      Tips nodig voor het schrijven van condoleances of herinneringen?


      Niet iedereen die reageert kent zowel de nabestaanden als de persoon die overleden is.
      Het gaat om uw betrokkenheid, een reactie plaatsen is dan altijd gepast.