Daar ben ik alweer. Ja, alweer. Weet u beppe, ik kan u nooit zomaar even bellen, deed ik al veel te weinig. Nu zou ik willen dat ik vaker gebeld had dat ik even wat vaker langs was gegaan.
Ik vond het zo leuk en fijn dat u bij ons in het ziekenhuis kwam toen onze Duncan net geboren was. Zo echt, zo als ik het me had voorgesteld. Geweldig, ik ben zo blij dat ze u direct hebben opgehaald en dat u kwam. Het gekke ei van Bob de bouwer heeft nu zoveel waarde voor ons. U wilde iets meenemen, grappig. Vond ik wel typisch beppe (leuk dus). Duncan heeft van de week een pyama aangehad die hij van u had gekregen. Dat zijn dingen die ik toch moeilijk vind, u heeft nooit gezien dat Duncan de pyama aan had, toen was hij nog te klein. Wel de mooie rompers, die gaan ook nooit de deur uit beppe. Nog steeds is het zo vreemd dat u niet meer bij ons bent maar in het hemelse leven. Ik ben nog zo verdrietig om alles. Vind het zo moeilijk en on-eerlijk allemaal.
Lieve beppe, ik zal u nooit vergeten net zoals ik ook beppe An, Pake Berend, Ome Freerk nooit zal vergeten. Ik hoop dat u elkaar gevonden heeft.
Elke avond zing ik voor Duncan het slaaplied over Engeltjes die over hem waken. Wilt u over onze kanjers waken beppe, samen met de anderen. Niet alleen over onze kleine donder Duncan maar ook over ons wonder Djordy over Samir Tycho en Senah en de kindjes die nog komen gaan. En natuurlijk al die andere achterkleinkindjes niet te vergeten. En ach, ook over ons allemaal, uw kinderen en kleinkinderen. Wellicht wel een beetje druk voor beppe, al is het maar een klein beetje.
Dag lieve beppe.