Erik en Emma zaten allebei in de Stichting ‘Natuur na 70’ van de Jeugdbonden voor Natuur-studie NJN, CJN en KJN. Dat leidde tot een tentoonstellingsschip door Nederland en een af-sluitend congres. Daar zou nog een humoristisch toneelstuk over geschreven kunnen wor-den. Erik was in die tijd bezig met een afstudeerproject waterplanten in stromende beken in Limburg (vanuit Amsterdam) en ik over hetzelfde onderwerp in Brabant (vanuit Utrecht). Er was nog maar weinig onderzoek toen op het thema van waterplanten in beken. Met z’n drieën zijn we destijds gezamenlijk naar elkaars beken gaan kijken. Onze zorg over de ach-teruitgang van de beken leidde tot de oprichting van de Bekenwerkgroep Nederland, in 1970 die zich vooral richtte op waterplanten. O.a. met Piet van Iersel, Clara Visser, John Bruinsma, Ron Mes en Klaas Everards hier aanwezig, die, zoniet van het begin, dan toch al heel wat decennia, jaarlijks met Erik diverse beken onderzochtten, in alle provincies van ons land. Ook bezochten we beken in Duitsland en België. De beekjes werden letterlijk uitge-harkt, gedocumenteerd en geherbarieerd. We zagen in de afgelopen 49 jaar de vieze beken schoner worden, maar de schone beken juist steeds viezer, zodat er nu nog voornamelijk een grijs middenniveau bestaat.
We praten inmiddels al jarenlang over het opheffen van de BWN, maar hopen er tamelijk onrealistisch op nog ergens in het land een beekje aan te treffen met de waterplanten die er in thuis horen.
Erik was er altijd, al dan niet met een hark, dan wel zeer fanatiek achter een fototoestel. Ik vrees het ergste voor degene die zijn fotoarchief gaat ordenen en valideren. Erik werkte mee aan onze inmiddels uitgebreide data van beekplanten, de jaarvergaderingen en vatte al onze ervaringen samen in een Engelstalig artikel.
Erik was altijd in voor reizen en we enthousiasmeerde elkaar voor Spanje, Frankrijk, Duits-land, Brugge en Gent, Denemarken. En Erik wist ons ook te strikken voor Ierland wat tot zijn favoriete landen behoorde ofwel Eire-Crazy zoals hij het zelf noemde, met de natuur, de muziek, prehistorie en vooral ook de ruïnes. Met reizen toonde Erik ook zijn organisatie kunde, maar ook zijn vaak wat onhandige wijze van communiceren. Ongezond en chinees eten was favoriet, maar Erik wist iedereen op zijn promotie over de Grote duinbrandnetel, toch nog te verrassen met een knap en slank postuur. Dat was dan toch maar een van zijn vriendinnen gelukt. Het postuur en de vriendin, waren helaas maar van korte duur. Later verraste hij ons allen met zijn Russische vrouw Olga.
Erik werd door ons enthousiasme voor oude en bij voorkeur middeleeuwse huizen aangesto-ken al heeft hij zelf, na het verlaten van zijn ouderlijk huis, voornamelijk in saaie Vinex wij-ken gewoond. Maar in Leiden hielp hij wel krakers om monumentale panden, zoals aan de Groenesteeg, te kraken en op te knappen. Erik was ook niet bang om ten tijde van de acties voor behoud van het landgoed en de bomen van Amelisweerd, in een met brandstichting bedreigd panden een nacht halfwakend door te brengen.
Erik zat in tal van organisaties in het land voor onderzoek en behoud van de natuur. Daar ga ik hier verder niet op in. In ieder geval hebben we elkaar op veel onderwerpen enthousiast kunnen maken. Alleen mijn prachtige hobby van historisch behang is bij Erik, naar eigen zeggen, nooit aangeslagen. Het is gebleven bij Delftsblauwe tegeltjes.
Toen Emma en ik een eigen bureau startte over wilde inheemse bomen en struiken en oude boskernen heeft Erik ons in de jaren ’80 en begin ’90 geweldig geholpen met onze automati-seringsslag van onze rapportages, lay-out in Word Perfect 5.1. en een dBase3- applicatie. Erik was in die tijd zeker een pionier op het gebied van digitalisering.
Erik had een speciaal gevoel voor humor, die niet altijd navolgbaar was voor vrienden en kennissen ten noorden van Venlo. Met het omgekeerde zeggen van wat bedoeld werd, daar kon ik als Brabander nog wel mee weg komen. Soms was de humor wat vriendelijk cynisme en zelfs op zijn sterfbed kon hij zich nog vrolijk maken over alle onvoorstelbare stommitei-ten binnen de natuurbescherming.
We zullen de originele, soms onnavolgbare bijzondere stijl van leven en communicatie van Erik, vrees ik, toch nog heel lang missen.
Tekst uitgesproken door Bert Maes, mede namens zijn vrouw Emma en de Bekenwerkgroep Nederland, tijdens de afscheidsceremonie op 9 mei 2019 in Kranenburg te Zwolle.