Overlijdensbericht en herinneringsplaats van

Fred Broers

14-09-194424-04-2019

Fred Broers werd geboren in Den Haag op 14 september 1944. In 1964 ontmoette hij zijn partner Marja Broers. Fred en Marja trouwden op 26 januari 1968. Fred had één zoon en één dochter: Bo en Myrthe. Ook had hij één kleinkind: Jools. De laatste woonplaats van Fred was Heiloo.

Vandaag ga ik werken aan mijn verhaal over mijn Iboe. Maar ik zie mij gedwongen om jullie eerst meer over mijn Indische achtergrond te vertellen.
Zelf ben ik geboren in 1944 in den Haag. Mijn ouders hadden besloten om in 1947 te verhuizen naar Indonesië. Hij, mijn vader, was daar geboren en opgegroeid en voor koningin en vaderland vond hij het zijn plicht om zijn steentje bij te dragen aan de bevrijding van Indie. En ze namen mij mee, want als je zo'n besluit neemt dan ben je wel van plan om er definitief opvolging aan te geven. Nu, dat is ze niet in hun koude kleren komen te zitten. Er is een moordaanslag op mij en
mijn moeder geweest, we zijn ontvoert, we zijn drie keer volledig beroofd, noem het verder maar
het is allemaal gebeurt om het allemaal op te noemen is te veel en wordt nog saai ook.
Het verhaal begint nadat het Nederlandse leger verslagen was door de Indonesische
opstandelingen en mijn vader ingezet werd om, ter faveure van Indonesië te vechten tegen de
ploppers. Dat waren weer de opstandelingen die weer tegen Sukarno vochten waar er een groot
aantal soorten van waren. Vergelijk het maar met de diverse groepen die zich momenteel het leven
zuur maken in het midden oosten. In dienst bij het leger wist je nooit waarheen je werd gestuurd.
Dus in een periode van 7 jaar zijn we 7 maal verhuisd. Het langst waren we in Palembang op
Sumatra en het kortst waren we in Kidiri, op Java. Het heftigste was het in Makassar op Borneo.
In Makassar zijn we volop in oorlogsgebied terecht gekomen. De Nederlanders werden gelukkig
nog wel beschermd door onze eigen mannen. We werden gehaat door de ploppers maar absoluut
ook door de Indonesiërs. Beide mede hoofdrol spelers hadden meer dan de pest aan ons, ze
haatten ons in het diepste van hun ziel.
Toch heeft mijn vader een hoofdrol moeten spelen bij het verslaan van de ploppers. Want als
gezegd, in eens moesten de Nederlanders de Indonesiers helpen bij de strijd tegen de ploppers.
En daar heeft hij ook aan meegedaan.
Nog steeds krijg ik flarden van herinneringen door van die periode.
Oom Henk.
Wat oom Henk tijdens zijn leven precies gedaan heeft is niet bekend maar hij deed iets in rubber.
Althans dat vermoeden we want iedereen zat daar in de rubber. In ieder geval was hij diep het
oerwoud ingetrokken toen hij in zes stukken werd gehakt en afgeleverd werd bij tante Mies. Het
was duidelijk een daad van de ploppers want een en ander werd vergezeld met een bericht van
de afzenders. En de tekst van de boodschap was zo iets als "Op rotten, Blanda."
Duidelijk was dat de 'relatie' die wij voor de oorlog met de Indonesische bevolking onderhielden ten
einde was gekomen. De uitdrukking 'relatie' staat tussen haakjes omdat alles goed ging zolang
iedereen deed wat wij wilden. Natuurlijk wilden de Indonesiërs hun eigen boontjes kunnen doppen
en het was niet meer dan normaal dat grote veranderingen niet uit konden blijven.
Maar aan dat inzicht waren we toen nog niet toe. We zaten ineens in een burgeroorlog met
meerdere fronten. Daar ga ik nu niet dieper op in. Maar het resulteerde wel in het feit dat wij in een
hotel in Makassar opgesloten zaten en de gevechten om ons heen plaats vonden. Veel weet ik er
niet maar nare herinneringen zijn over deze periode bijven hangen.
De nare herinneringen aan Makassar.
Ik ben een heel stuk tekst kwijt @#%.
Natuurlijk
Zoals de vuurpauzes waar ik bijna de pineut was en in vijandelijk vuur terecht was gekomen.
Tijdens de vuurpauzes gingen ik met andere vriendjes lege patroonhulzen zoeken. Wat was er
leuker dan er meer te hebben dan de anderen. Maar ja, dan vergat je de tijd wel eens en was de
vuurpauze al voorbij terwijl wij nog buiten waren. Mijn moeder heeft nog lang een een pofbroek van
mij bewaard waarin een kogelgat zat. De kogel was rakelings langs mij geschoten maar had nog
wel mijn pofbroek geraakt.
Ze hadden gericht op mij geschoten en ik heb stinkend geluk gehad dat ik hier nog sta. Trouwens,
dat geluk heb ik mijn hele leven al gehad. Denk maar eens aan de periode die we nu pas weer
meegemaakt hebben. Ik heb toch al het geluk van de wereld gehad dat ik er nog ben?
Eigenlijk wil ik eindigen met de verhalen over Makassar, het was te gruwelijk voor woorden.
Vrouwen die met hun kinderen aan de hand rechtsreeks in het vuur van de ploppers terecht
kwamen, beschietingen vanuit een vliegtuig waarbij de Nederlanders het mikpunt waren en veel en
veel meer`. Verhalen om snel te vergeten. Het is zo verdrietig dat wij mensen, zo weinig geleerd
hebben en dat veel idioten ook nu nog om allerlei redenen menen dat anderen zomaar opgeruimd
mogen worden.
Kediri
Is een klein plaatsje op Java. Daar hebben wij ook een paar maanden gewoond. Of dat nu voor of
na Makassar was dat weet ik niet meer maar Kediri was een heerlijke rustige periode. Ik had echte
klappertjes pistolen waarmee ik de plaatselijke bevolking de stuipen op het lijf kon jagen. Want ga
maar na, we zaten in zeer roerige tijden en in eens ging zo'n bengel om zich heen schieten.

Op woensdag 24 april 2019 is Fred Broers overleden. We zullen hem missen en met veel liefde aan hem blijven denken.

Biografie
* verplichte velden

Gedenkplaats geopend door:

myrthe Broers
Het officiële condoleanceregister van Nederland

Herinneren is een vorm van ontmoeten…

Help dit bericht te

verspreiden