Beste mevrouw Hazebroek, Desirée en John, en familie, gecondoleerd met jullie verlies. Eerder, en nu , nu zijn geest definitief afscheid van de wereld nam. Zelf, met het verlies van mijn vader, heb ik troost gevonden in de voor mij onbekende verhalen van anderen. Daarom wil ik mij. herinnering graag met jullie delen.
”Meneer Hazebroek” . Een naam die ook nu, meer dan 30 jaar later, me even rechtop doet zitten, Want als de docent op het CSB naar je keek, naar de deur wees, en zei: ”Naar de conrector!” wist je wat je te wachten stond.. Een bezoek aan meneer Hazebroek. In zijn kamer, in pak, gehuld in een strenge blik. Tegen mij zei hij meestal iets in de trant van: ”Wat heb je nu weer gedaan?” Ooit verzuchtte hij dat ik meer op mijn (redelijk recalcitrante) broer leek dan op mijn (in hun ogen voorbeeldige) zus. Ik herinner mij sancties als nablijven en het schoolplein vegen. Ik had een soort van strippenkaart: elke derde overtreding kreeg een stempel.
Het waren de wilde en vrolijke jaren tachtig, met veel meisjesgegiebel. Op een middag dachten wij meiden slim te spijbelen van het buitengymmen door met zijn allen ergens anders naartoe te fietsen in plaats van de velden bij de Startbaan. Vrolijk lachend liepen wij de trappen op van het schoolgebouw, opgewacht door de niet voor één gat te vangen meneer Hazebroek. Armen over elkaar gevouwen: ”Zozo dames...” Meesterlijk.
Ergens in de vierde of vijfde klas raakte ik bevriend met Desirée. Ik weet nog dat Desirée supersportief was en op hoog niveau windsurfte. Ik was, mede door een verticale uitdaging, wat minder sportief aangelegd. Al was er wel een roemrijke sportdag waarop Desirée pitchte en ik de catcher van ons softbalteam was. Op een middag ging ik met haar mee naar huis. Op haar kamer bespraken we ongetwijfeld typische tienerdameszaken. Op een bepaald moment werd er op de deur geklopt.
De deur ging voorzichtig open en in de opening verscheen meneer Hazebroek. Van de schrik schoot ik rechtop. Meneer Hazebroek had een dienblad in zijn handen: ”Mama dacht dat jullie twee misschien wel een glaasje limonade willen.” Hij knikte vriendelijk naar mij. In mijn herinnering moest Dees lachen om mijn reactie.
Die avond vertelde ik het verhaal met veel plezier aan mijn ouders. Onze conrector, de schrik van de school, was een zorgzame vader. Van Desirée en John. En ook een stoere vader die in een jeep reed. En, zo zie ik aan de foto’s: een trotse opa.
Zoals jullie aangaven in het overlijdensbericht trad het verlies al eerder in. De wetenschap dat deze dag ooit zou komen, maakt het verdriet, en pijn, er niet minder om.
Ik wens jullie veel warmte en kracht toe.
Lucia Broms-Thie