Hotske Rensina Meijer-Kok werd geboren in Alteveer op 22 oktober 1938. Ze had een relatie met Harm Meijer. Hotske Rensina en Harm trouwden op 20 december 1958. Hotske Rensina had twee dochters: Neeltje en Rineke. Ook had ze drie kleinkinderen: Mauricio, Sebastian en Joshua. Haar vrije tijd besteedde ze graag aan anderen verzorgen en in de velddienst gaan. De laatste woonplaats van Hotske Rensina was Stadskanaal.
Hotske Rensina Meijer-Kok was een spontane, hartelijke en zorgzame vrouw, (schoon)moeder en oma. Ze had een natuurlijke gave om mensen zich welkom en gezien te laten voelen. Of je nu familie was, een buur of een toevallige bezoeker — bij Hotske stond de deur altijd open. En wie binnenstapte, kon rekenen op een warm bord kippensoep, iets lekkers en een flinke dosis gezelligheid. Haar huis was een plek waar je jezelf kon zijn, waar gelachen werd, en waar je altijd met een voller hart weer naar buiten stapte.
Hotske zat vol humor en een gezonde portie ondeugendheid. Ze nam graag een loopje met je — altijd met twinkelende ogen en een plagerige glimlach. Gezelligheid stond bij haar op nummer één, en ze wist elke gelegenheid op te fleuren met haar aanstekelijke lach en scherpe opmerkingen.
Maar haar liefde had ook zo nu en dan een licht dwingend randje — een vorm van zorgzaamheid waar je moeilijk onderuit kwam. Met haar bekende waarschuwing "Je moet voorzichtig zijn hè!" legde ze op liefdevolle maar besliste toon haar bezorgdheid op tafel. En wie daar ook maar een beetje tegenin ging, kreeg steevast te horen: "Niks mee nodig, ja? Gewoon voorzichtig zijn!" — einde discussie. Ze bedoelde het goed, en dat voelde je in alles, ook als ze je het gevoel gaf dat je onder een warme, maar strakke deken van moederlijke waakzaamheid zat.
Wat Hotske daarnaast typeerde, was haar recht-door-zee mentaliteit. Ze wond er geen doekjes om en je wist altijd precies waar je aan toe was. Of het nu om een goed gesprek ging of een pittige mening: ze sprak vanuit haar hart en zonder omwegen. Die eerlijkheid werd gewaardeerd, omdat het altijd gepaard ging met haar warme karakter. Ze zei wat ze vond, maar altijd met respect en oprechte betrokkenheid.
Hotske was een toegewijde (schoon)moeder en een trotse oma. Haar kleinzoons betekenden alles voor haar — haar ogen gingen stralen als ze over hen sprak, en niets maakte haar gelukkiger dan hun aanwezigheid. Ook stond zij altijd klaar voor haar dochter Neeltje, "bonus" dochter Rineke, en haar schoonzoons Walter en Dick. Ze was voor hen allen niet alleen een liefdevolle en zorgzame (schoon)moeder en oma, maar ook een veilige basis vol vertrouwen, grappen en wijze raad.
In haar geloof vond ze kracht, richting en hoop. Als trouwe Jehovah’s Getuige sprak ze met overtuiging en liefde over het goede nieuws van Jehovah’s Koninkrijk en de opstanding. Ze deelde haar geloof vol vertrouwen, met een rustige vastberadenheid die kenmerkend was voor haar hele manier van zijn.
Hotske leefde een leven vol warmte, nuchterheid en oprechte aandacht voor de mensen om haar heen. Ze laat een diepe indruk achter — als iemand die recht uit het hart leefde, met een flinke dosis humor, een liefdevolle maar duidelijke stem, en een onuitputtelijke bron van kippensoep en troost.