Begin jaren tachtig liep ik stage bij Jaap van Loon als huisarts in opleiding. Een soort meester-gezel verhouding.
Jaap is sindsdien voor mij een voorbeeld geweest van hoe je huisarts moet zijn , maar ook in de rest van mijn Maassluise carrière heeft hij een belangrijke rol gespeeld. Dit ging verder dan de gewone leraar-leerling verhouding. Jaap leerde ik kennen als een charismatische, geestige, nuchtere wijze man en een geboren leider.
In mijn opleiding leerde ik ,als jong duveltje uit het doosje, wat relativeren was en hij leerde mij dat het vak van huisarts alleen vol te houden is met humor. Humor is immers het toppunt van relativering en ontspant op het moment dat het eigenlijk spannend is. Wij hadden op dat punt beslist een klik. Dankzij Jaap kreeg ik een goede hulp in het overnemen van de praktijk van dr van Veen in de westwijk van Maasluis.
Ook toen er spanningen ontstonden binnen de huisartsgroep nam Jaap het voor me op en toen ik begin jaren '90 overwerkt raakte, was Jaap er met een luisterend oor en adviezen. Moeilijke dilemma's bij patiënten besprak ik met Jaap, die ik inmiddels vertederend "ome Jaap" noemde. Jaap was in mijn tijd als huisarts in Maassluis niet alleen mijn steun en toeverlaat, maar was ook eigenlijk de gedoodverfde mentor van de Maassluise huisartsen. Mijn overstap naar Hoek van Holland in 2003 was noodzakelijk, omdat ik in Maassluis niet meer als solohuisarts kon functioneren, omdat het veel te druk voor mij werd. In de Hoek was ik welkom in een huisartsenmaatschap, waar de werkdruk onderling werd verdeeld. Deze stap was voor mij heel moeilijk, maar Jaap noemde destijds "dapper" en daar kreeg hij helemaal gelijk in. Inmiddels ben ik zelf met pensioen sinds 2018 en heb ik nog het genoegen gehad om voor zijn zoon Lieuwe te werken in 2019 en 2020 tot aan de coronacrisis.
Ik herinner me nog goed hoe hij me ooit naar een spoedgeval stuurde voor een epileptisch insult op de markt in Maassluis , toen ik nog bij hem in opleiding was. Het was een zeer bekend figuur in Maassluis met een markante reputatie. Hij had namelijk geen epilepsie, maar wel veel aandacht nodig en viel op gezette tijden publiek neer op de grond. Jaap stelde mij op de proef en vroeg mij toen ik terugkwam van het spoedgeval : "En leek het er een beetje op, Mattees? " Dit was kenschetsend voor de humor van Jaap : droog, nuchter en een tikje cynisch.
Er komt een moment dat de dood ons scheidt van de levenden. Maar ergens leef je door in de herinneringen van je naasten. Dit was mijn herinnering aan Jaap.