Ik stond met mijn moeder, Jannie Bakker, in Amsterdam-Noord op een dijkje te kijken naar de daken van Tuindorp-Oostzaan. Ze staken boven het water uit. “Daar wonen ome Jan en tante Trix”, zei ze boven het gieren van de wind uit. De dijk rond één van de IJ-polders was doorgebroken ergens in januari van 1960. Tenminste, dat is wat ik me herinner.
Tijd doet vreemde dingen met mensen, want ik herinner me ook de bruiloft van ome Jan en tante Trix, die heb ik bijgewoond als bruidsjonker. Dat was in 1963, want ik was negen jaar oud. Dat betekent dus dat zij in 1960 samen woonden. Dat lijkt mij nou sterk. Er is dus kennelijk iets misgegaan met mijn tijdsbeleving of ome Jan en tante Trix waren zeer progressief. Hoe het ook zij, beide gebeurtenissen hebben de nodige indruk op mij gemaakt.
Jaren na de overstroming kon je de sporen van het water in de vorm van een lijn op de gevels nog zien. Zo hoog had het water gestaan en als ik het juist heb, wordt het nu nog door middel van een later aangebrachte markering aangegeven.
De bruiloft herinner ik mij nog zo goed omdat ik bruidsjonker mocht zijn. Als ik het goed heb was er nog een bruidsjonker aanwezig, ene Pietje? Beiden droegen we het toen gebruikelijke grijze kostuum met streepjesbroek, hoge hoed en witte handschoenen. De handschoenen pasten niet en de hoge hoed balanceerde boven op mijn kruin omdat ie ook te klein was. Pietje daarentegen had veel te grote handschoenen en de hoge hoed zakte over Pietjes ogen, zij oren zorgden ervoor dat zijn hoofd niet geheel in de hoed verdween. Men kon mij er niet van overtuigen dat de hoed en handschoenen gewisseld moesten worden.
Later heb ik ome Jan en tante Trix nog wel gezien. Ze zijn verhuisd vanuit Tuindorp naar Purmerend. Ik bedenk nu dat zij zowel in Tuindorp als in Purmerend op de Meteorenweg woonden. Na naar Almere verhuisd te zijn, heb ik ome Jan en tante Trix niet vaak meer gezien. Wel denk ik aan hen en zeker nu ben ik in gedachten bij hen, want de herinneringen zijn er. Ik wens tante Trix, Edith en verdere familie heel veel kracht.
Johan Talsma