Onderstaande is geschreven door Oscar van Schijndel. Ik ben toch wel trots dat mijn Neef zo'n teksten kan schrijven. Oscar bedankt.
IK HOOR JOUW NAAM.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik gelukkig, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik soms wat nukkig, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik op weg naar huis, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik weer bijna thuis, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik aan het werk, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik groot en sterk, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik tevreden, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik in het heden, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik aangenaam verrast, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik laaiend enthousiast, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik aanwezig, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik druk bezig, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik vertel dat ik op de vloer aan het swingen, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik vertel dat ik een lied aan het zingen, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik op reis, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik ook al wat grijs, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik binnen, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik aan het winnen, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik aan het verliezen, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik aan het kiezen, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik verward, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik verstard, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik in Helmond geboren, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik hopeloos verloren, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik verdrietig, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik erg nietig, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik jouw warmte gewaar, Ben.
Ik hoor jouw naam als ik zeg dat ik jou erg dankbaar, Ben.
Ik hoor jouw naam terwijl ik me van alles aan het afvragen, Ben.
Ik hoor jouw naam terwijl ik dit gedicht aan het voordragen, Ben.
Ik hoor jouw naam nu ik weet dat ik hier, Ben, en jij hier niet meer, Ben.