“ Hoi, ik ben Pim ”
“ Hee, ik ben Richard, ik ben bezig met Mercedes, een pitch, heb jij nog een idee? ”
Zo ongeveer ging mijn eerste kennismaking met Richard bij het grote Kuiper & Schouten in de lente van 1995. Richard was monomaan bezig met zijn werk, ideeën maken, nog betere ideeën maken, de beste ideeën maken. Dat er net een nieuwe copywriter zijn kamer was binnengekomen was leuk, maar het ging om het werk. Echt met elkaar kennismaken deed je tussen de bedrijven door.
“ Ga mee wat drinken, kunnen we daar een beetje doordenken ”. Zo zat ik 2,5 uur na mijn entree bij het bureau met Richard in een café, uitsmijter, laptop en wat te drinken graag. Richard bestelde een groot glas, niet iets wat leek op chocolademelk. Welkom in de reclame.
Zijn grenzeloze arbeidsethos was het eerste wat mij opviel aan Richard, maar er waren meer grenzeloosheden. Zijn ideeën bijvoorbeeld. Vaak grenzeloos gek, soms grenzeloos goed. Zo werkt het genie. Gek, gek, gek, geniaal!
Grenzeloos was ook Richards onrust, ik zat tegenover hem, maar hij stond tegenover mij. Een stoel was om omheen te lopen. IJsberen. Een dingetje roepen. De gang op. Een dolletje maken. Lachen. Terug op de kamer. IJsberen. Een dingetje roepen. En: ga mee even naar een café. Een jachtige geest, altijd op jacht naar dat ene idee.
En het was de bedoeling dat ik zo snel mogelijk collega-jager zou worden. Op het gewenste niveau ook. Richard pakte er regelmatig een reclamejaarboek bij en liet mij advertenties en teksten zien die hij goed vond. Zoals zijn met Zwier Veldhoen – ook al zo vroeg en helaas overleden- gemaakte advertentie voor Audi.
Beeld: mooi huis, mooie boom, mooie Audi.
Tekst: Huisje, boompje, beestje.
Geweldig inderdaad. “ Die bodycopy moet je ook lezen, Zwier kan zo mooi schrijven ”. Richard stond er bij als een schoolmeester: “ Gelezen? ”.
Na enige tijd bemerkte Richard dat ik ook wel iets kon, hij kon net zo euforisch worden over mijn ideetjes als over de zijne. Sterker: hij vond al snel dat de Volkswagen Golf die ik ter beschikking had gekregen niet paste bij mijn statuur. En postuur ook denk ik (nogal grote man). Het paste niet, ik moest een grotere auto. Zelf vond ik dat Golfje prima, maar twee weken later meldde de directie mij dat ik in een Peugeot 405 ging rijden. Beetje suf vond ik, maar wel groot. En ik moet zeggen, die stoelen waren formidabel comfortabel voor een wat grotere man, nog bedankt Richard.
Hier ging het maar om iets triviaals als een auto, maar het schetst wel het sociale karakter van Richard. In verschijning een bonte gast, grappen makend over alles, amok makend over het werk, exploderend soms als mensen oneerlijk waren: hij zag hoe de hazen liepen in het vak en dat dit soms slangen bleken. Richard werd dan het explosief, maar wie had de lont aangestoken?
Onbegrepen was hij, zo moet hij het gevoeld hebben, eenzaam daarin, maar wat een lieve, oprechte, sociale, ontwapenende inborst. Naïef, dat ook wel.
Je merkte het aan kleine dingen in gesprekken, maar ook aan grote gebaren. Zo vertelde hij een keer dat hij de vorige avond laat thuis was gekomen in zijn huis in Laren. Daar keek ik niet meteen van op. Wel dat hij erbij vertelde dat hij een zwerver in zijn bed had aangetroffen, vergeten de deur af te sluiten. Ik vroeg wat hij gedaan had, eruit geschopt? politie gebeld? Was niet in ‘m opgekomen. Richard zei dat hij de man lekker had laten slapen, zelf op de bank was gaan pitten en ’s ochtends vrolijk een ontbijtje met hem had gedeeld.
Dat was Richard ten voeten uit.
Ik heb een memorabele tijd gehad met Richard bij Kuiper & Schouten, het was zeker wel mogelijk met die “onmogelijke jongen” te werken, gebruiksaanwijzing bij de hand, maar vooral veel lachen, never a dull moment.
Het was ook mooi om te zien hoe Bart in die tijd een driedubbelfunctie bekleedde. Creatief directeur, vader en opa van Emile. Bart waakte met zijn leven over het bureau en over het nageslacht. Dan kwam hij weer eens met Emile aan de hand onze kamer binnen, plaatste een familiaire reminder ( “ je broer is geslaagd, vergeet je hem niet te feliciteren “ ), reviewde onze laatste ideeën en zette Emile aan het kleuren achter Richards bureau. Dat zorgde voor een zekere huiselijke sfeer op onze kamer, waar verder toch de harde wetten van de reclame domineerden. “ We maken hier geen gesubsidieerd toneel “, was een gevleugelde uitspraak van Bart.
Ik ben blij voor Richard dat hij, na de reclame, zoveel erkenning heeft gekregen voor zijn fotokunst. En terecht. Zeldzaam origineel werk, beeldschoon.
Dat hij uiteindelijk in Suriname is gaan wonen wist ik niet, maar het verbaasde mij ook niet. Een gedroomd huis aan de Surinamerivier, een grenzeloos mooie plek, echt iets voor Richard.
Het doet me pijn dat het zo gelopen is, dat Richard er niet meer is. Ik zie nog de branie in zijn ogen, die scheve grijns, voorbode voor weer een gek idee of een gek geintje. De mooie herinneringen aan Richard blijven.