Ter gelegenheid van de crematie van Rinus. 17 april 2020.
Vorige week vrijdagmiddag, de middag waarop Rinus er voor koos zijn lijden te beëindigen, waren mijn gedachten zoals vaak de laatste weken, bij hem. In die middag van wat Goede Vrijdag genoemd wordt was de troostrijke Mattheus Passion op de radio. Het laatste deel daarvan genaamd: ‘Wir setzen uns in Tränen nieder’, vrij vertaald: ‘Wij blijven bedroefd achter’, gaf een bijzondere betekenis aan dat moment want het beschrijft wel zo ongeveer wat ik op dat moment voelde. .
Natuurlijk was ik blij voor Rinus dat aan zijn lijden en zijn angst een eind was gekomen.
Maar ik was ook opstandig omdat zijn ziekte hem bijna dwong deze beslissing te nemen. En verdrietig was ik omdat Nellie voortaan haar liefhebbende man, haar steun en toeverlaat en Joshua zijn opa moet missen. En ik was stil omdat Rinus niet langer deel van mijn, deel van óns leven is.
In de voorbije dagen zijn veel herinneringen herbeleefd en voelde ik veel dankbaarheid voor de mooie gebeurtenissen. Zo leerde ik Rinus 30 jaar geleden kennen als de ultieme deskundige van zijn ingenieursbureau. Hij had binnen de installatiebranche de positie verworven de hele branche te kunnen voorschrijven hoe het er technisch aan toe diende te gaan. En de diverse partijen binnen de branche hadden dat maar op te volgen.
Rinus en ik kenden elkaar slechts van naam en van enkele korte telefonische contacten toen wij pas tijdens onze eerste danslessen, toevallig met elkaar persoonlijk kennis maakten. Met onze relatie is het prima verlopen. Met de danslessen ook in die zin dat wij het met elkaar vele jaren volgehouden hebben. Want uiteindelijk ging het vooral om de gezelligheid met de groep dansvrienden en draaide het minder om onze prestaties op het gebied van bijvoorbeeld de Slow fox en Quick step.
Rinus maakte keuzes, nam standpunten in. En hij nam je daarin mee. Zo belde hij mij eens, jaren geleden inmiddels, op een koude winterse vrijdagavond en vroeg of ik zin had om de volgende zaterdag mee te gaan schaatsen. Hij wist immers dat ik dat heel graag deed. ‘Prima Rinus, doen we’ zei ik. ‘Ik heb morgen wel een paar uur tijd’. ‘Oké Hans. Kom je me dan morgenochtend om 6 uur ophalen? (We hadden wel de hele week gewerkt, hé!) Terugkrabbelen kon niet meer. Dat op de vroege zaterdagochtend schaatsen hebben we jarenlang volgehouden: samen schaatsen, samen trainen, samen verkleumd chocomelk drinken.
Overigens, Rinus was ook solidair. Als ik eens een schaatsongevalletje had en naar het ziekenhuis moest, wat hij zo vriendelijk een week later zichzelf eveneens zodanig te mishandelen dat ook hij naar het ziekenhuis moest. Dat was volgens mij gewoon pech. Rinus zélf noemde het pure vriendschap!
Gelukkig heb ik 14 dagen geleden met hem nog over ónze (‘ons’ wil zeggen Rinus, Barend en ik) mooiste flitsend snelle schaatstocht over het donker zwarte ijs van Reeuwijk kunnen praten. Een tocht om nooit te vergeten.
De laatste jaren hadden we nog een andere hobby, namelijk het met een collectief van 9 personen besturen van een zwembad. Het zwemmen zélf was niet zijn ‘cup of tea’. Helaas weerhield zijn beperkte conditie hem ervan om met de rest van het bestuur een gezamenlijke duik te maken of een baantje te zwemmen. Maar hij speelde op een ander vlak een veel belangrijkere rol. Rinus was door zijn grote deskundigheid, vaardigheid en doorzettingskracht de technische spil in ons bestuur. Zijn onderbouwde adviezen op dit vlak waren bepalend voor onze besluiten. Wij zijn hem daarvoor unaniem veel waardering en respect verschuldigd. Wij missen hem in alle opzichten.
Herinneringen als deze zijn de reden om bedroefd maar ook met dankbaarheid achter te blijven. Onze gedachten gaan daarbij uit naar Nel die haar man Rinus met zoveel zorg, aandacht en begrip terzijde heeft gestaan. Zij moest toezien hoe het leven voor hem ondraaglijk werd en leidde tot de verdrietige maar onvermijdelijke keuze. Lieve
Nellie, ik wens je veel kracht om hiermee om te gaan.
Dag Rinus, rust in vrede.