Lieve Lenie, Caroline, Marina en Anneloes,
In een gezin waar de vrouwen altijd al in de meerderheid zijn geweest, is nu ook nog de enige man weggevallen. Natuurlijk: er zijn andere mannen bij gekomen maar de man waarmee het allemaal begon, is niet meer. Ik wens jullie alle liefde toe om verder te gaan. Want die liefde is er, zo staat ook op de rouwkaart, zoals jullie zijn hand hebben moeten loslaten. Hij is in liefde gegaan. Het is die liefde die me altijd zo getroffen heeft in jullie gezin.
In mijn werkhoek hangt een foto die Carel van mij gemaakt heeft op jullie zolder op het Oranjeplein. Ik hou het touw van een schommel vast, ik zal een jaar of 4/5 zijn geweest. Het is een hele goede foto, zwart-wit, met veel schaduw op de juiste plek, wat een sterk dramatische effect geeft. Je ziet een meisje met heel kort blond haar, jongensachtig bijna, gestoken in een tuinbroek (reuze modern voor het begin van de zestiger jaren), dat met een mengeling van wantrouwen, ongemak, ernst en angst de camera inkijkt. Lange tijd heb ik gedacht dat ik dat meisje niet was omdat de foto zo anders was als de vrolijke plaatjes die mijn vader van mij maakte. Zo wantrouwend was ik toch niet? Maar dat was ik wel en dat moment heeft Carel gevangen. Ik ben hem er dankbaar voor. Hij zag iets en klikte op het juiste moment.
Ik zal Carel altijd herinneren om zijn als een fatsoenlijk mens. Vrolijk, opgeruimd, betrouwbaar, betrokken en soms een beetje stout. Paulien en ik hebben vaak tegen elkaar gezegd dat de vriendschap met jullie familie ons zo verbaasde, juist om wie Carel en Lenie zijn. Zo anders dan onze ouders. Hij bleef ook nog op zijn manier bij ons betrokken en was ongerust om de dingen die ons gezin overkwamen.
Onze gezinnen zijn altijd op een manier en al heel lang bij elkaar betrokken gebleven, soms wat intenser en dan weer losser. Vaak ook door Carel vastgelegd in de foto's van onze gezamenlijke vakanties. Ik dank hem daarvoor en zal hem niet vergeten. Mijn gedachten zijn bij jullie.