In memoriam Steef Lemmers (1936 – 2020)
Op 7 september 2020 is Steef Lemmers overleden, lid van de NVvA sinds ……
Zijn entree bij de NVvA was niet onomstreden. Een aantal leden had principiële bezwaren tegen het lidmaatschap van een sloper van boeken die daarna de prenten los wilde verkopen. Maar met een kleine meerderheid van stemmen werd hij toch tot lid verkozen. Zelf was hij over deze situatie laconiek en zijn prettige, sociale en positieve persoonlijkheid deed de rest. Al gauw was Steef een algemeen gewaardeerd lid van de NVvA. Hij kwam trouw op de vergaderingen en nam deel aan NVvA beurzen. Achteraf kon hij, met een twinkeling in zijn ogen, soms niet nalaten erop te wijzen dat door het fenomeen van het slopen van (vaak slechte) exemplaren van topografische boeken en het groeiend aantal prentenwinkels in den lande de prijzen van de boeken begonnen te stijgen. En dat ook zijn voormalige opponenten voor zijn lidmaatschap van de NVvA hiervan profiteerden!
Steef kwam uit een eenvoudig, kinderrijk gezin woonachtig in Lisse. Hij was dertien jaar toen hij als contractarbeider ging werken bij een bollenkweker. Zogenaamd kon hij niet leren. Bij het toenmalige onderwijs was het begrip dyslexie onbekend. Toch was hij een buitengewoon intelligent en slim mens. Collega’s hadden boeken om dingen in na te kijken. Steef wist gewoon alles uit zijn hoofd. Dat had hij zich zelf geleerd met behulp van schriftjes waarin hij de waarde van alle losse prenten uit de verschillende edities van bijvoorbeeld L. van Ollefen en R. de Bakker, De Nederlandsche Stads en dorp-beschryver, A. Rademaker, Kabinet van Nederlandse oudheden, J. de Beijer, Pronk, Spilman, Het verheerlijkt Nederland, Blaeu’s Stedenboek etc. noteerde en evalueerde. Bij stijging der prijzen of daling werden correcties toegevoegd. Zo creëerde hij zijn eigen AEX index voor oude boeken.
Steef was begonnen met het verzamelen van knipsels van historische of topografische aard uit kranten en tijdschriften als hobby. Ook verzamelde hij oude prentbriefkaarten met gezichten op dorpen en steden. Al verzamelend ontdekte hij dat meerdere mensen hiervoor belangstelling hadden. Tezamen met het feit dat het werk op het land hem tegenstond was de keuze snel gemaakt. Hij begon zijn eigen zaak. Hij ontdekte de veilingen en zag wat er allemaal voor moois te koop was. In korte tijd had hij zich ingewerkt en verzamelde klanten om zich heen. Allereerst waren dat de “prentenwinkeltjes” in het hele land. Hij ging ze zelf bezoeken, eerst per brommer, later per auto. Meestal waren het lijstenmakers. Die moest toch iets leuks van eigen stad of streek kunnen aanbieden. Door het hele land had Steef zo zijn afnemers zitten. Later kwamen al die afnemers naar hem toe. Op maandag was de vaste dag voor ontvangst van de prenthandel. Dan kwamen er, naast winkeliers uit Sneek, Enschede, Den Burgh (Texel), Venlo, Den Haag, etc. ook de “tussen” handelaren, zoals Peter de Jonge, Rob de Jong en Ad van der Marel. Iedereen kreeg een portefeuille voor zich en kon uitzoeken. Er waren zelfs een paar mappen “Nouveauté’s”, net zoals in Parijs waar hij een poosje op de eerste van elke maand ging kijken. Zijn kinderen, André en Ellen, hielpen hem vaak bij het vullen van de portefeuilles. Dat was een precies werkje. Alles was geprijst en gesorteerd. Onder Steef’s sympatieke leiding was het een genoeglijk samenzijn en verdwenen eventuele collegiale animositeiten als sneeuw voor de zon. Steef’s vrouw Diny zorgde voor koffie en indien nodig, voor een boterham, voor hen die van ver kwamen.
Steef en Diny waren een hecht koppel. Het was dan ook een grote slag voor Steef toen zij in 2011 overleed. Gelukkig ontmoette hij later Ria Kaak en met haar beleefde Steef nog een aantal gelukkige jaren.
Zelf heb ik Steef voor het eerst ontmoet op een veiling van Beijers waar veel prentbriefkaarten geveild werden. Ik vroeg hem of hij geïnteresseerd was in 10000 schoolplaten van J.H. Isings en C.Jetses. De prijs was een gulden per stuk. BTW bestond nog niet! Wat een tijd! Steef dacht even na en hapte toen toe. Ik moest ze wel bij hem thuis laten bezorgen in de Wagenstraat in Lisse. Met een VW busje bracht ik de platen naar Lisse. Steef en ik laadden de partij samen uit. Toen de 10000 platen in zijn gang waren opgestapeld kon Steef zijn huis niet meer in of hij moest over de platen heen klimmen. Geen probleem voor Steef en hij was extra gemotiveerd om de prenten snel door te verkopen. Ik herinner mij dat hij het grootste deel binnen 30 dagen kwijt was. Later was deze transactie voor hem een leuke herinnering geworden die hij menigmaal vertelde.
In de latere zeventiger jaren ging we samen vaak op inkoopreis. In London waren elke maand kleine beurzen die interessant konden zijn, We planden onze trips zorgvuldig zodat we de kijkdagen bij de veilingen van Christie’s, Sotheby’s, Phillips en Bonham’s ook konden bezoeken.