Papa
Afgelopen woensdagochtend om 6 uur ’s ochtends zat ik met een schok rechtop in mijn bed in de caravan op jouw geliefde camping De Oosterdriessen in Eijsden. Ik pakte gelijk mijn mobiel, maar ik had geen appje of gemiste oproep. Door mijn onrust ben ik toch opgestaan en om half 7 belde Chandra; ik heb slecht nieuws, je vader is net overleden! Wat een schok!
Nu staan we hier, jouw zoon en jouw dochter, voortgekomen uit de liefde tussen jou en mama. Wij, die vandaag afscheid van jou moeten nemen.
Toen José bij ons was om de uitvaart te bespreken en vroeg of één van ons wilde spreken zei ik spontaan, ja, want hoe moeilijk ik dit ook vind en vond om het voor te bereiden, weet ik dat jij het fijn vindt dat ik dit doe.
Papa, ik haal een aantal herinneringen aan jou op die voor mij heel dierbaar zijn, omdat het belangrijke momenten in mijn leven zijn geweest en die jou als vader tekenen:
In Spanje, waar wij jarenlang op vakantie zijn geweest heb jij ervoor gezorgd dat ik in 1978 Suzanne, een Duits meisje, leerde kennen. Dit is het begin geweest van een vriendschap die tot op vandaag bestaat. We hebben in de jaren daarna heel veel logeerpartijtjes over en weer gehad. Ook in december 1981. Suzanne en ik gingen in Groningen naar een discotheek en ik leerde Henk daar kennen. Nadat we thuis kwamen, vertelde Suzanne jou dass die Harma einen Jungen kennengelernt hatte. Toen ik echter naar boven was, vertelde ze jou dat de jongen in kwestie vertegenwoordiger was en een trouwring om had.
In de 2 weken erna heb ik Henk een aantal keren ontmoet en hij nodigde mij al snel uit voor een feestje van zijn werk, inclusief overnachting.
Door de waarschuwing van Suzanne heb jij vervolgens alle telefoonboeken van Groningen en omstreken doorzocht om te achterhalen wie Henk was, waar hij woonde enz.
Henks trouwring bleek later trouwens een zegelring die op moment van de ontmoeting omgedraaid aan zijn vinger zat en Henk heeft mij aan het einde van het feest keurig ’s nachts thuisgebracht.
Toen ik 1983 naar Eelde ging verhuizen om met Henk te gaan samenwonen, had ik het idee dat jij er totaal geen moeite mee had dat ik het huis uitging. Belachelijk natuurlijk dat ik daarmee zat, want ik had er zelf voor gekozen, maar ik wilde eigenlijk wel dat jij het moeilijk zou vinden dat je kleine meid het nest verliet….toen ik dit in een huilbui aan mama opbiechtte, kwam jij ’s avonds naar mijn kamer, deed de deur open, pakte me vast en gaf me zonder woorden een knuffel en een zoen en toen deed je de deur weer dicht.
In 1988 werd Bart vier weken te vroeg geboren en werd heel erg ziek door een streptokokkenbacterie. Toen kwam je een keer in het ziekenhuis zonder mama, ik weet het nog precies. Ik sprak toen mijn zorgen uit dat Bart wel eens heel veel zou kunnen overhouden aan zijn ziekte. Jij sprak toen de woorden; ook van een gezond kind weet je niet wat de toekomst brengt en wat er van een kind terechtkomt. Die woorden hebben mij ontzettend geholpen op dat moment en ik heb er later vaak aan teruggedacht. En kijk nou naar onze zoon, wat een prachtvent is hij geworden.
Franc vertelde mij afgelopen week nog dat jij in een gesprek met hem over het geloof, vertelde, dat toen Bart zo ziek was, hij tot God had gebeden: God als je er dan écht bent, dan vraag ik je nu één keer één ding voor mij te doen: Help mijn kleinzoon!! Dit hoor je pas na 28 jaar.
Toen larissa in 1990 geboren werd, was mama bij haar geboorte. Jij hebt toen tijdens de hele bevalling lopen ijsberen op de gang van de verloskamers en wat was je blij dat het een meisje was en we haar naar mama vernoemd hebben. Ondanks je blijdschap kon je het toch niet nalaten om te zeggen of ze niet gewoon Loura had kunnen heten.
Ondanks het feit dat je nooit met zoveel woorden hebt gezegd dat je trots op ons bent, weet ik dat je het was, op ons je kinderen, je kleinkinderen en je achterkleinkinderen, Zoë en Jonah Sev en het kleine mannetje dat elk moment geboren kan worden.
Papa, je uitspraken zullen ook door ons tot in den treure gebruikt gaan worden. I sing for you a song my sweetheart, hij is not mooi maar keihard, deze uitspraak deed je vaak onder het genot van een drankje of twee of drie, of kört armpie. Je arm is dan niet lang genoeg om bij je voorhoofd te komen, of ‘die liefreier’. Hij bedoelde daarmee iemand die niet veel voorstelt of iets deed wat jij afkeurde.
Lieve pap, het is nu tijd om je gedag te zeggen en afscheid te nemen. Dit is tot nu toe het allermoeilijkste dat ik in mijn leven heb moeten doen.
Je hebt ons plotseling verlaten, dat is voor ons vreselijk, maar ik denk dat het voor jou goed is. Jou is hierdoor een hoop pijn en leed bespaard gebleven en dat biedt mij/ons troost.
We zullen er voor mama zijn en haar steunen, want dát is voor jou het allerbelangrijkste, want mama was jouw leven.
Ik wil eindigen met een gedicht:
Je leven
is voor altijd anders
als je vader
niet meer tastbaar
in je leven is.
Niet meer tastbaar,
maar wel voelbaar
in de herinneringen
die je aan hem hebt.
Soms doen
die herinneringen
pijn, omdat je hem mist.
Soms doen die herinneringen
je goed, omdat je weet
dat hij van je hield.
Soms zijn
die herinneringen
een hand op je schouder
en helpen ze je
om je leven
zo zinvol mogelijk
te leven.
Je leven is
voor altijd
anders geworden.
Lieve papa, ik hou van je en ik hoop je ooit weer te zien! Dag papa!