Op 20 maart 1926 kwam Treintje Christina Kunst als 3e kind ter wereld, na haar broer Henk en haar zus Christien, mijn latere moeder.
Drie-en-een-half jaar later wordt het gezin Kunst gecompleteerd met de geboorte van haar jongste zus Nel.
Trijn groeide op in de Piet Heinstraat, een zijstraat van de Paterswoldseweg.
Nadat haar vader was overleden en haar twee zussen en broer waren uitgevlogen, bleef ze samen met haar moeder in het ouderlijk huis wonen.
Samen vormden moeder en dochter als het ware een-twee-eenheid.
Met het klimmen der jaren - met name van moeder - en als gevolg van de uitbreidingsdrift van tabaksfabriek Theodorus Niemeyer, moest worden omgezien naar andere woonruimte.
Die werd gevonden aan de Draakstraat in de nieuwe stadswijk Paddepoel. Een mooie flat gelegen op de 2e woonlaag die alleen met een aantal trappen was te bereiken.
In Paddepoel kabbelde het leven van Trijn rustig voort: overdag ging zij op haar grijze Kaptein Mobylette naar haar werk in hartje Stad en haar moeder zorgde voor de huishouding en het avondeten.
Na het overlijden van haar moeder - en mijn oma - bleef Trijn aan de Draakstraat wonen.
Bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd had zij een mooi afscheid bij haar laatste werkgever, de firma Jonkhoff Modezaak aan de Vismarkt.
Vrij snel daarna werd haar trouwe woon-werk brommer ingeruild voor een oerdegelijke Gazelle fiets, waarop ze vele tochtjes heeft gemaakt en waarvan ze nog vele jaren plezier heeft gehad.
Alhoewel Trijn niet veel hobby’s of liefhebberijen had, vond zij veel afleiding in het nabijgelegen Winkelcentrum Paddepoel.
Ook bij haar jongste zus Nel en zwager Evert kwam ze regelmatig over de vloer en gezamenlijk werd – veelal op zondag – menig autotochtje in de omgeving gemaakt.
Die uitstapjes waren best wel aan haar besteed, want zij genoot daar met volle teugen van.
Gelukkig was er altijd de veilige thuishaven aan de Draakstraat. Daar was haar eigenzinnige kleine wereld.
Maar ook de wereld om haar heen veranderde, de haar vertrouwde buurtjes vertrokken langzamerhand en ze ging zich wat minder veilig voelen.
Bovendien werd het traplopen haar te zwaar.
Reden voor de naaste familie om een andere comfortabeler woonruimte voor haar te zoeken. Die werd gevonden in de Zuiderflat aan de Vestdijklaan, niet zo ver gelegen van de woning van Nel en Evert.
Nadat Trijn doordrongen was van de noodzaak om te verhuizen, werd met pijn in het hart afscheid genomen van haar geliefde flat aan de Draakstraat.
Ondanks dat kon zij maar moeilijk wennen in de Zuiderflat. Dagen van boosheid en opstandigheid wisselden elkaar af, maar uiteindelijk verzoende zij zich met haar lot.
Contacten binnen de Zuiderflat werden opgebouwd, aan activiteiten werd deelgenomen en zelfs uitstapjes werden gemaakt. Ze begon weer van het leven te genieten.
Tot op hoge leeftijd heeft Trijn in de Zuidervlat gewoond. Fysieke ongemakken waardoor zij niet meer zelfstandig kon wonen deden haar - bij wijze van tijdelijkheid - in het Heymanscentrum belanden. Na verloop van tijd kwam er een definitief plekje voor haar in Zorgcentrum Blauw Börgje in de wijk Paddepoel, op steenworp afstand van de Draakstraat waar zij zo lang heeft gewoond. Daarmee was de cirkel weer rond.
Na een liefdevolle verzorging van enkele jaren kwam er op 1e Pinksterdag een einde aan haar lange bestaan.
Met een laatste groet, ook aan de Draakstraat, gaat zij deze wereld verlaten.
Vaarwel tante Trijn.
Karin de Vries-Behr
Henk de Vries