Gedichten bij het verlies van een vader of moeder. Soms zijn deze gedichten echt gericht op het verlies van een vader of moeder. Met een kleine wijziging zijn de gedichten vaak aan te passen naar uw situatie. Zet u dan wel de bronvermelding eronder: vrij naar (naam dichter)
Daar | Huub Oosterhuis |
Waar stemmen
de stilte niet breken
en niets is verborgen
daar wonen wij niet
achter grendels
maar gaan
voortwaaiend als wind over water,
wegend als licht op water.
Wij maken ons reizen van vroegers
steeds weer opnieuw
maar dan vrolijk.
De laatste kus | Arjen Boswijk |
Het waren warme dagen
in een hete zomer
het zwembad was een oude teil
gevuld met liefde en lauw water
en af en riep zij mijn naam
en ik antwoordde gehoorzaam
en kreeg een kus
en zwom weer verder
in mijn kleine stille oceaan
Ik herinner me die kus nog steeds
het was misschien de laatste
die ik van haar kreeg
want ze werd ziek en ik weet
nog steeds niet waar
ze toen gebleven is
Er was later een graf
waarop haar naam
maar ik kon door mijn tranen heen
niet lezen wat er heeft gestaan
op die grijze steen
dieper dan jouw dood | Floortje Agema |
dieper dan jouw dood
trof mij de leegte in je ogen
de koestering van het levenslicht
lang voor jouw adem al vervlogen
nu zie ik jou, je ogen dicht
onze handen zijn verbonden
in de diepte, zonder grenzen
heb ik jouw koestering hervonden
Eenvoud | dichter onbekend |
Hij hield van eenvoud
Van gewoon en normaal
Zonder glans en zonder maskers
Zonder slingers en poeha
Zodat je ziet wat het is
Eenvoud is bijzonder
gedachten ging hij varen. | Steven Velthuis |
in gedachten ging hij varen
met de zeilen strak gespannen
om zijn pijn te laten bedaren
en zijn geest te laten ontspannen
hij was niet klein te krijgen
tot op zijn laatste dag
met zijn laatste kracht reikte hij zijn hand
totdat hij daar opeens stil lag
hij hoorde de zuster nog komen
terwijl zijn gedachten al afdreven
met het bootje uit zijn dromen
verliet hij zo ons leven
in gedachten ging hij varen
op zee, op avontuur
om over het water uit te staren
en zo te ontkomen aan zijn laatste uur
maar zijn schip kwam nooit meer aan wal
de mist loodste hem in de verkeerde richting
nu beland op kabbelend open water
bevind hij zich op de koers naar verlichting
de verlichting naar een betere plek
en verlichting van de pijn
want met een lichaam vol met kanker en morfine
kon hij toch niet meer zichzelf zijn
in gedachten ging hij uit varen
met zijn gezin naast hem op dek
met de wind door zijn haren
met zichzelf in gesprek
nu, in eenzaamheid gevangen
verloor hij dan toch zijn grip
ondanks mijn hevige verlangen
op de terugkeer van zijn schip
al wachtend sta ik aan de kade
ik zie hem in de verte staan
schreeuwend over de golven
komen zijn laatste woorden bij me aan
in gedachten ga ik varen
maar ik zal nog altijd blijven bestaan
zolang je mij in je hart wilt dragen
en hij zwaait naar me, en ik zwaai terug....
en beiden vegen we een traan
in gedachten ga ik varen
om dichterbij je te zijn
zodat ik mijn pijn achter kan laten
en ik weer je papa kan zijn
Geen kind meer | Jan Boerstoel |
Je leeft je eigen leven,
wat zij er ook van vindt,
je bent allang geen kind meer,
al blijf je ook haar kind.
Je wilt erover praten,
maar niet op haar manier,
je zult haar best verdriet doen,
maar niet voor je plezier.
Wat moet je nog met haar en met haar ouderlijk gezag?
en dan opeens, dan is-ie er, die dag…
De dag waarop je moeder sterft,
de dag die al je dagen
van dan af aan wat grijzer verft,
al hou je niks te klagen:
je hebt je goeie vrienden nog,
die staan je ook dichtbij
en als je soms een minnaar zoekt,
dan staan ze in de rij.
Maar niemand zal meer weten hoe je met je pop kon spelen
en niemand zal nog ooit je vroegste vroeger met je delen.
De dag waarna je nooit meer kwetsbaar wezen mag en klein
de dag waarna je nooit meer kind zult zijn.
Wat al die jaren fout ging
komt dan niet meer terecht
en wat je nog wou zeggen
blijft eeuwig ongezegd:
de machteloze frasen
van je genegenheid
en dat het niet haar schuld was
en ook dat het je spijt.
De dingen die je lang niet zeggen kon en zeggen wou
en dan zo graag nog één keer zeggen zou…
De dag waarop je moeder sterft,
dat jij wordt losgelaten
en al haar eigenschappen erft,
die jij zo in haar haatte:
de scherpe tong, de bokkenpruik,
de zure schooljuffrouw,
die zullen ze dan binnenkort
herkennen gaan in jou.
En hoop’lijk ook de and’re kant: de aardige, de zachte,
maar of je die hebt meegeërfd valt nog maar af te wachten.
De dag waarna de rest een kwestie wordt van tijd en pijn,
de dag waarna je nooit meer kind zult zijn.
Idelette is een ster | Arjen Boswijk |
(vul naam in.... is een Ster)
In de zwarte Griekse nacht
zie ik mijn moeder
aan de hemel staan
Ze is een verre ster
veel verder dan ik
terug kan gaan
veel verder dan
een volle maan
Ze schittert elke dag
als zon aan zee
ik vraag haar maar
ze zegt te ver
ze zegt zacht nee
Ik heb mijn moeder niet verloren | dichter onbekend |
ik heb mijn moeder niet verloren,
daarvoor gaf ze mij teveel.
Wat ze me zei dat blijf ik horen,
van wat ik ben is zij mijn deel.
Ik kom haar overal tegen,
in wat ik doe en wat ik laat.
Zij was en blijf
voor mij een zegen
waarvan het spoor steeds
verder gaat.
Ik mis het | Tim Meesen |
Ik mis het.
Ik mis alleen zijn, zonder het gevoel van eenzaamheid
Continue onder de mensen, maar toch eenzaam.
Ik mis dansen voor de spiegel.
Ik mis mezelf zoals ik was, ik mis jou.
Ik mis huilen zoals ik vroeger deed.
Het voelt nu allemaal leeg, en ik weet
Jij komt nooit meer terug.
In memoriam patris | Willem Hijmans |
O, nu moest hij maar sterven, zeiden wij,
want zo kan niemand leven, die zijn tijd
een levend mens was, vol van de verlangens
waardoor wij leven in bezetenheid.
Maar hij was hulpeloos als een kind geworden
en hij sprak zeer verward over de dagen
van zijn volwassenheid toen ik zijn kind was.
Hoe moeilijk is de mannelijkheid te dragen,
zijn vader als een kind gerust te stellen –
Doe je ogen dicht en ga maar slapen,
ga maar slapen en rust heerlijk uit,
hoor hoe die merel in de bomen fluit,
we krijgen regen, ga nu rustig slapen.
Praat niet zoveel, ja, ik blijf altijd bij je,
ik ga niet weg, ik ben toch steeds gekomen?
Je moet niet van die nare dingen dromen,
doe je ogen dicht, heus, ik blijf bij je. –
Hoe moeilijk is de mannelijkheid te dragen
als men een kind wil zijn en bij zijn vader schreien.
En hoe eenzaam waren je laatste dagen,
hoe stierf met jou het kind in mij en
hoe stierven mijn kindervragen.