Liefste Roberto,
Jaren geleden was er eens een dag dat ik moe en een beetje verdwaald in het leven aanschoof aan een tafel in je meest favoriete restaurant. Het was de avond dat je zong. Je vleide je van tafel naar tafel en kwam uiteindelijk bij mij uit. Je zocht oogcontact, duwde met een beweging van je heup mij opzij en ging naast me zitten, terwijl jouw engelengeluid mijn hart opende, hoop en genezing bracht. Je beantwoordde mijn bewogen tranen met die van jou, maar de strijder in jou, geraakt maar niet gewond, haalde zegen toen je rust zag in mijn ontroerde emotie. Je kwam heel dichtbij en fluisterde de verlokkende tonen in mijn oor. Je knipoogde, haalde nog eens hoog uit in ultieme vreugde, raakte mijn schouder aan en zegde je liefde voort in je rol met de volgende opera bij een ander tafeltje. Delend je grootste passie, al je gevoel en liefde voor alles wat is, verzameld in je stem, stralend door je ogen, waarmee je je ziel kon laten spreken.
Je zong op verzoek ook op mijn verjaardag. Je begon mij te herkennen en kwam dan naar mij toe met alles wat je te geven had. Van glimlach tot glimlach. En die ene traan van jou en mij , geraakt door de ultieme schoonheid van pure liefde. Je hield van het leven. Zoveel, dat je soms je eigen tranen door een aria moest stelpen met een zakdoek à la Pavarotti (maar dan veel beter), waarna je ook snel even je voorhoofd depte. Je louterde, verschoonde mijn energie. Barrières losten op, je stem riep schoonheid in mij op en het verhief zich om te zijn.
We kenden elkaar niet, behalve op die momenten. Je kende mijn naam niet. Ik die van jou wel. En het was alles wat er kon zijn. En het was helemaal goed.
Gisteravond was ik weer te gast in je favoriete restaurant. Mijmerend over de pasta, die in de kaas werd bereid, vroeg ik aan je collega hoe het met je ging. Wanneer je weer kwam. Ik vertelde dat ik naar je uitkeek, ik je miste en mij verheugde om je weer te zien, terwijl hij de wijn nog een keer inschonk. Hij keek naar zijn schoenen en vermeed mijn blik. Hij zei: 'this is very hard, I feel very very sad now' en met een hand voor mijn mond begreep ik ineens wat hij zei. Jij, met al je operadromen, je engelenstem en je bezielende liefde voor alles en iedereen en je passie voor het leven, is niet meer hier. Niets wat nog geschonken of geserveerd werd, kon nog smaken.
Och Roberto, Roberto... eten bij 'ons' favoriete restaurant zal nooit meer hetzelfde zijn, al zal de stem van jouw liefde voor het leven altijd blijven klinken in mijn hart.
Marianne