Rood, Rood, dat is jouw lievelingskleur,
Rood, Rood, van boven tot aan de voordeur.
Toen papa mij belde, kon ik het niet geloven,
ik was er helemaal van ondersteboven.
Nog heel even, heel even wil ik bij je zijn
een laatste woord, een laatste kus, een afscheid.
Nog heel even, heel even wil ik bij je zijn
je nog eens vasthouden, want ik wil je nog niet kwijt.
Ik dacht telkens aan alles wat we nog konden doen,
het rest mij nog je te geven, een dikke zoen.
Maar ik wil denken aan wat we allemaal hebben gedaan,
op vakantie aan de andere kant van de oceaan.
In Bolivia, waar jij ons zo vaak nog kwam opzoeken,
paard rijden, wandelen en zwemmen in onze onderbroeken.
Ik weet nog dat je altijd vertelde,
dat ik tv keek die laat in de nacht tentoonstelde.
Je ging naar de wc, zag je mij en zei je dat is niet gezond,
daar zat ik dan, in mijn pyjama en met mijn vingers in mijn mond.
Rosa Rosa dat moet je niet doen zei je altijd,
kijk, kijk, het is al lang over je bedtijd.
Een vage herinnering komt bij mij altijd op,
de daken van de huizen van de grond tot de top.
Hoge bomen en mooie kleine rivieren,
wij waren volgens mij constant aan het klieren.
Ik denk dat papa zei dat je daar goud kon vinden,
zandkorreltjes goud misschien, moet je dat maar zien te verbinden.
Ik werkte bij Yambal, een Boliviaans damesblad,
ik verkocht make-up uit een soort weekblad.
Jij was mijn eerste en enige klant,
al weet ik niet of je er ook iets aan had.
Je kocht een mascara, een eyeliner en een lipgloss,
maar je had getatoeëerde make-up en gebruikte ook geen gloss.
Je deed het puur en alleen voor mij, dan was ik content,
zo was jij, lief, moedig, behulpzaam en attent.
Rood, Rood, dat is jouw lievelingskleur,
Rood, rood, van boven tot aan de voordeur.
Lieve oma, altijd een grote energiebron,
het is echt ongelofelijk wat jij nog allemaal kon.
De handgemaakte quilten, de uitjes en de museums,
dat zorgde weer voor een paar leuke volle albums.
Lunchen, avondeten, de feestjes en de dinertjes,
altijd heel gezellig met z’n allen en met z’n tweetjes.
Rood, Rood, dat is jouw lievelingskleur,
Rood, Rood, van boven tot aan de voordeur.
Ik was hier altijd welkom bij jouw,
dan belde ik je op en zei je kom maar snel en gauw.
We gingen dan samen lekker boodschappen doen,
ik mocht dan rijden, moet nog wel even mijn riem omdoen.
Boodschappen doe je bij de piazza, daar moest ik heenrijden,
maar, zei je, op de dijk, daar laat je je er nooit van af rijden.
Zoals jij dat deed moest ik het ook doen,
gas gas rem, gas gas rem, zoals in dat lied toen.
Bij jouw was het altijd zo gezellig,
de hele avond kletsen dat was heel prettig.
Dan vroeg ik “Is het goed als ik Indi uit laat”,
ga maar via deze deur die nog openstaat.
Dan zag je haar weer voor je tuindeur staan,
had ik haar niet goed aan de lijn en was ze weggegaan.
Als ik bleef logeren hadden we een bepaalde ochtend routine,
niet voor negen uur je bed uit, daarvoor hebben we niet genoeg adrenaline.
Lekker een eerste boterham met kaas,
en een tweede boterham met filet america(as).
En als je nou nog niet genoeg had,
nam je lekker een derde met nog eens wat.
Ontbijt zonder thee dat kan niet schat,
niet te vroeg schenken want dan is ie nog te slap.
Jij ging dan weer de trap af om je te verkleden,
dan bracht ik je een kop koffie naar beneden.
Zat jij achter de computer te pasjansen,
dan kwam ik erbij om te werken aan mijn herkansen.
Rood, Rood, dat is jouw lievelingskleur,
Rood, Rood, van boven tot aan de voordeur.
Lieve oma, ik had nog zo veel willen vragen,
Nog hard genieten van de komende feestdagen.
Lieve oma, ik had nog zoveel met je willen doen,
het kan helaas niet meer, nooit meer zoals toen.
Lieve oma, ook al ben je niet meer hier,
de herinneringen aan jou geven me nog veel plezier.
Lieve oma, ik zal je never nooit vergeten,
ik hou van jou van hier tot aan de uiterste planeten.
Rood, Rood, dat is jouw lievelingskleur
Rood, rood, van boven tot aan de voordeur