Iemand vroeg me laatst: wat is een fijne herinnering uit jouw jeugd? Het eerste dat in mij opkwam was: zandzakken vullen op zaterdag met mijn vader. Zandzakken die je gebruikte voor op de kuil- of de maisbult. Het was niet eens een leuk klusje, maar ik was lekker buiten bezig, in alle rust, samen met jou. Door dit soort momenten is vast ook mijn liefde voor natuur en landschap en het buiten zijn ontstaan. Op de boerderij hadden we een fijne jeugd. Iedereen kwam met plezier bij ons. Jullie maakten hier een thuishaven, ook voor jongens uit de omgeving. Jullie zorgden toen voor hen en de laatste jaren konden zij wat voor jou terug doen. De trekker repareren, het gras maaien of hooipakjes draaien. Zo werkt dat op 't Wold. Mama en jij hoorden bij het dorp. Ik kon nergens gaan, of iemand wist wel dat ik 'er iene van Van de Bles was'.
Jullie stonden midden in het leven. Toen je alleen kwam te staan, hield je dit vast. Dansen, kaarten, biljarten, vissen, naar het voetbal. Ook op verjaardag gaan bij familie en vrienden was voor jou een drukke bezigheid. We moesten haast een afspraak met je maken om je thuis te treffen. Je was graag onder de mensen en was geïnteresseerd in anderen. Je praatte met Errol vaak over het werk. Hoe het ging met de tassenverkoop, wanneer hij weer naar Hongkong moest en hoe de handel in flipperkasten ging. Je kwam altijd even buiten kijken als Errol in de flipperschuur bezig was. En Errol zorgde dat hij op de hoogte was van de voetbaluitslagen. Daar praatte je graag over. Maar je kon ook goed alleen zijn. Aanrommelen met de schapen en kippen, voetbal kijken of de wereld ontdekken op Discovery. Wij zijn trots op jou papa, dat je zo je leven invulde.
Je was tot in je zeventigste sterk en gezond. Je ploegde met de hand nog de tuin van een vriend. Omdat hij al oud was en dit niet meer kon. Oud, nee… dat was jij niet. Toen je nieuwe meubels ging uitzoeken, wilde je geen seniorenstoel. “Ik ben toch nog niet bejaard!” Inschrijven voor een seniorenwoning? Dat kan later nog wel. Toch werd ook jij ouder. Je moest langzaam aan meer inleveren. Maar je deed dat in jouw eigen tempo en maakte zelf de keuzes. Mooi vond ik dat: jij ging over jouw eigen leven. Met een grapje en een plagerij, dat hield je jong. Je vierde het leven. Elke vijf jaar kwam er met jouw verjaardag een feest. Want: “Nu kan het nog”. Wat hebben we fijne herinneringen aan jouw 80e verjaardag, met familie en vrienden samen dansen op muziek van Wim en met een heerlijk buffet. Jij hield van zulke feestjes. Jouw levenslust heeft veel mensen geraakt en je glimlach zal niemand vergeten.
Ik hoop dat ik mijn leven met net zoveel levenslust kan invullen. En altijd met een glimlach, in de wetenschap dat er twee engeltjes over mijn schouders meekijken.
Papa, dank je wel voor alles!
Carolien