Desi was een lieve vrouw, moeder, schoonmoeder en oma. Ze was sterk, hartelijk, nuchter, geduldig, verdraagzaam, ruimdenkend en wijs. Voor Sam was ze zijn levensvervulling en het liefste wat hij had. Voor Els was ze met name in haar kinder- en tienerjaren van groot belang: een zielsverwant, een veilige haven, de rots waarop ze kon bouwen toen ze door haar leeftijdsgenoten werd gepest en buitengesloten. Voor Josine was ze haar held. Voor de kleinkinderen was ze een lieve oma bij wie ze graag op bezoek waren. De kleinkinderen waren gek op haar en Desi ook op hen. Ze was de spil van ons gezin.
Desi kampte al langer met een zwakke gezondheid. Ook legde ze zich er gauw bij neer als ze meende iets niet (meer) te kunnen. Hierdoor kwam ze de laatste jaren tot weinig activiteiten en was ze vaak alleen. Toch was ze een levensgenieter, één die graag het onderste uit de kan haalde, ook al was dat in haar ogen niet veel. Tot op het laatst heeft ze genoten van het leven en ze heeft gevochten tot de laatste snik om in leven te blijven.