Heel haar leven was dienstbaarheid.
Om haar schouders hing een mantel van zorg, die ze anderen liefdevol omsloeg
als ze zag dat het nodig was.
Nooit was ze te moe om er te zijn en klaar te staan;
nooit te groot om zich klein en kwetsbaar te maken als het welzijn van anderen
daarmee gediend was.
Zij droeg haar mantel met gratie,
van de morgen tot de avond, dag in dag uit.
Nu hangt die daar, oud
en tot op de draad versleten,
maar wel als een stille getuige van haar welbesteed leven,
als blijvend appèl op onze dankbaarheid en respect.
Haar mantel,
levend voorbeeld voor ons allen die met haar verbonden blijven,
ook over de dood heen.
Mam zwijgt, haar handen rusten,
maar niet haar sterke geest, niet haar liefde,
die werkt door in hoofd en hart van wie door haar zorg groot zijn geworden.
Dag lieve mam, dag moeder,
Dag allerliefste oma.
Wij vertrouwen je toe aan de eeuwigheid met de mantel van liefde,
steviger dan ooit om jouw schouders geslagen.
Zo ben je veilig, zo mag je rusten.