Het zal ergens in 1988 zijn geweest. Er hadden net uitwisselingsweekenden tussen de VGS Leiden en de GSV Groningen plaatsgevonden. In de ca twee jaar waarin we samen optrokken – novitiaat, bier- en wijncommissie en later samen op de Lage Rijndijk – had ik Henk-Jan nog niet zo meegemaakt. Hij was verliefd. En niet zo’n beetje ook. Waren het haar blonde lange haren, de knappe look of de dromerige ogen? Waarschijnlijk alles wel.
Snel na de uitwisseling gingen wij weer een weekend naar Groningen. Henk-Jan was a man on a mission. Op naar het meiden-studentenhuis van de Kooistra’s, de Taco Mesdagstraat meen ik. Daar woonden Ineke, haar zus Annechien, en twee vriendinnen; volgens mij Gerda en Ida, maar het kan ook een ander geweest zijn. Gerda en Ida waren er in ieder geval wel bij. De meiden hadden een klein kamertje over in het huis, waar een twee persoonsmatras in paste. Daar sliepen Henk-Jan en ik.
Wat we allemaal gedaan hebben dit weekend, ik weet het niet meer. Vast een paar keer Groningen in, naar kroegjes en disco’s. En op zondagmorgen na afloop van de kerk bij de ouders van Ineke en Annechien in Haren koffie gedronken. Ineke zag klaarblijkelijk ook wel wat in Henk-Jan, anders breng je zulke Leidse vogels niet naar je ouders. En volgens mij was het na dit weekend aan.
Toch moest de relatie nog wel wat groeien. Ze wilden wel samen naar Parijs. Maar ja, in die tijd als kinderen van nette gereformeerde ouders, deed je dat niet met z’n tweeën. Dus werd ik weer in het complot betrokken. Zelf had ik geen vriendin. En de pogingen om contact te leggen met een andere blonde studente van de GSVG waren op niets uitgelopen. Maar Henk-Jan kwam met een oplossing; z’n zus Anneke wilde wel mee. Zo gingen wij in het kleine boodschappen-autotootje van Inekes moeder met z’n vieren naar Parijs. Een hartstikke leuk weekend gehad. Anneke en ik gingen met elkaar om als broer en zus en we waren toeschouwers van twee mooie mensen die hun eerste romantische Parijs-weekend beleefden. De relatie was toen echt goed aan.
Ongeveer een jaar later leerde ik Agnes kennen, en nog weer later hebben we met z’n vieren en soms ook met andere stellen erbij diverse weekenden doorgebracht, op de boot, met een Delftse Studentenzeilrace meegedaan, Oud&Nieuw in Wenen en Londen gevierd, etc. Ineke hebben we daarin leren kennen als ondernemend, gezellig en samenbindend; aan de ene kant heel rustig en stabiel, aan de andere kant soms een spraakwaterval over haar ambities, ervaringen op het werk en hoe ze zich als persoon wilde ontwikkelen.
In de afgelopen 10 tot 15 jaar zagen we een andere kant van Ineke en ook van Henk-Jan: zoekend naar balans in je leven en in lichamelijke en geestelijke gezondheid. Dat kwam onder andere naar voren in de bezoekjes aan Agnes’ praktijk en in gesprekken met haar, waarin een waardevolle band ontstond.
De laatste keren dat jullie samen bij ons waren, kon Ineke open vertellen over haar visioenen. Dat ze de ware liefde zag en vooral voelde in haar hart. Soms kon ze er de woorden niet voor vinden, maar ze liet zien dat dit niet hoefde, want er zijn letterlijk geen woorden voor. God heeft haar toen al het leven hierna laten zien, dat gaf haar rust, en dat kon ze zo ook voor jou, Henk-Jan, betekenen. Wat doet het pijn dat ze er niet meer is, maar wat bijzonder dat jullie laatste anderhalf jaar zo betekenisvol was.