Beste familie, vrienden, geliefden van Jord,
Ik heb Jord leren kennen als een lieve, grappige, nieuwsgierige en ondeugende jongen. Ik heb hem ontmoet in het hostel in Cairns, waar ik samen met hem, Lars en nog een aantal mensen een kamer deelde. Het was ontzettend gezellig, Jord hield er de sfeer goed in met z’n grapjes. Toen Jord en Lars thuiskwamen na een avondje stappen was Jord wat luid, waarna Lars hem gelukkig even kon helpen herinneren dat er mensen probeerden te slapen! In die dagen zijn we eens uit eten geweest, we zijn eens wezen stappen en we hebben afscheid genomen. Met een grote glimlach en twinkelende ogen zei hij tegen me: “Tot in Nederland!!” Maar voor ik het wist, kwam ik Jord en Lars weer tegen, in het hostel op Magnetic Island, waar Jord had verzonnen dat hij liedjes zou zingen en dat ik dan moest raden welke artiest erbij hoorde. Dat deed hij om te plagen, want hij wist maar al te goed dat ik daar super slecht in ben! Ik moest hem beloven dat ik zou gaan oefenen, zodat ik in ieder geval de liedjes van Queen eruit zou kunnen halen! Terwijl de jongens dolgraag wilden zwemmen in de zee, stond Jord erop om mij gezelschap te houden totdat mijn bus zou komen. Vervolgens namen we afscheid met een “Wie weet zien we elkaar wel weer in Australië!” En dat gebeurde, toen ik net van de Whitsundays boot af kwam, in de supermarkt in Airlie Beach. Het eerste wat Jord zei was: “Ha-ha, jij bent verbrand!!” Na een kort praatje, namen we afscheid met “Ik zie je vast wel weer!” En tot mijn verbazing gebeurde dat ook echt. Op Fraser Island hadden de jongens dezelfde tour als ik geboekt maar dan 1 dag later. We hadden afgesproken om ’s avonds naar de “rave cave” te gaan, een plek op ons kamp waar iedereen kon uitgaan. Jord had het zoals altijd enorm naar z’n zin en genoot ook stiekem wel van de aandacht die hij soms wel eens van de meisjes kreeg. Logisch ook, hij was jong en het was een hartstikke leuke jongen! Toen ik aan hem vroeg of hij met me mee wilde lopen naar de wc, omdat ik zo nodig moest en niet alleen door de bosjes durfde, zei hij: “Nee, ik houd je glas wel vast en dan ga jij daar mooi in de bosjes plassen en dan kijk ik wel de andere kant op.” Toen ik zei: “Ja maar straks zit er daar een slang en dan..”, onderbrak hij me en zei: “Nee, je gaat daar Nu plassen en ik blijf hier”. Eigenwijs was hij, maar wel heel lief. ’s Nachts grapte hij dat ik hem en Lars nog wel even mocht komen instoppen en namen we afscheid op dezelfde manier, we zullen elkaar vast nog wel ergens tegenkomen!! En in Noosa zaten Jord en Lars toevallig weer in hetzelfde hostel als ik! Daar hebben we met z’n vieren, de jongens, ik en Merel, een hapje gegeten. Ik stelde voor om 20 minuutjes over de heuvel te lopen waar alle restaurantjes zijn, waarop de jongens antwoordden: “Twintig minuten??? Over de heuvel??” Dat was duidelijk geen optie, volgens Jord was 20 minuten lopen véél te lang haha. Ik heb daar geen afscheid meer van hun genomen, omdat ik heel vroeg weg moest in de ochtend.
Vol ongeloof, met de paniek in m’n ogen, 101 vragen en een volledig betraand gezicht las ik het bericht op Facebook. Het is vreselijk. Ik leef ontzettend met de familie en Lars in het bijzonder mee. Ik heb Jord natuurlijk maar kort gekend, maar dat maakte hem niet minder geliefd voor mij. Het was een ontzettend leuke jongen. Indien mogelijk en uiteraard alleen als het door de familie gewenst is, zou ik heel graag wanneer Jord over een poosje op een mooie plek rust heeft gevonden, één laatste keer van hem afscheid nemen. En anders lieve Jord, wie weet zien we elkaar nog wel eens!
Veel kracht en sterkte toegewenst in deze onbeschrijflijk moeilijke periode,
Eline Steijaert