lieve JP,
Een paar jaar geleden ontmoetten wij je als nieuwe man van Stan. Ze was stralend gelukkig en vertelde dat jullie samen helemaal fantastisch waren. Ik dacht meteen ‘where is the catch’. Dat zegt wellicht meer over mijn wantrouwende natuur dan over jou, maar eerlijk is eerlijk als je als vrouw van boven de 40 een nieuwe liefde krijgt dan ben je bereid om wat offers te doen. Als een man zijn eigen tanden nog heeft dan neem je het op de koop toe dat hij kneiter kaal is (behalve op zijn rug). Als hij aardig is dan zal hij ook wel heel aardig zijn voor zijn drie ex vrouwen. Als hij succesvol is dan zal hij wel geen tijd voor je hebben. Er is gewoon altijd wat met mensen.
Dus met die blik heb ik je tegen het licht gehouden.
Je deed me aan haar vader denken, een soortgelijke charmante manlijke schoonheid. Je was aardig en keek iedereen recht in de ogen aan, was open en hartelijk, dan zou je wel oliekoekendom zijn. Er moest toch iets mis zijn. Maar je was geïnteresseerd, had mooie woorden en denkbeelden. Dan zou je wel jaloers zijn, ha je zou er vast niet tegen kunnen dat je vrouw een schijnwerper op zich draagt. Maar ook dat niet. Je stond prachtig naast haar, zonder iets van haar shine weg te willen nemen en zonder daar zelf ook maar iets kleiner van te worden. ik vond je een grote man.
Maar dan zou je Stan wel helemaal voor jezelf willen. Zou je geen ruimte voor haar zoon hebben. Dat zou er dan wel aan de hand zijn. Maar het liefst en het mooist van alles was je misschien nog wel voor Hugo. Groots, warm, geduldig en zorgvuldig. Als een ideale vader. Niet als een leuke beste vriend voor een kind, waardoor een moeder er nog een kind bij krijgt, je kent ze wel. Lollige weekend vaders. Nope. Je was er echt.
Ik heb moeten concluderen dat er misschien geen catch was. Dat het leven wellicht gewoon heel eerlijk is. Dat Stan en Hugo jou hadden verdiend omdat ze al genoeg hadden meegemaakt.
Gelukkig hoorde ik ook geruststellende barsten in de mooi gepolijste buitenkant. Je kon te trots zijn en nukkig en zelfs wel gemeen. Dat maakte je echt.
Jullie hebben een week op onze boerderij met paarden gepast en dat voelde aan alle kanten vertrouwd. Je wist hoe je zachtaardig met de paarden om moest gaan en schrok niet van een oude gare boerderij.
En dan. Dan is er toch iets dat je aan de buitenkant niet ziet. Je kunt aan de buitenkant niet zien hoe donker het aan de binnenkant van iemand kan zijn. En dat is heel erg eng. Was het dan al heel veel langer donker? Was je al gewend aan het donker? Of werd het opeens donker? Wist je wel dat je een goed genoeg mens was? (Zoals de meesten dat trouwens van ons zijn).
Het is ongelofelijk verdrietig dat je je zo wanhopig hebt gevoeld. En het is zo te hopen dat je nu ergens bent waar het licht is. (oh en als je Marieke ziet, schrik niet, ze is altijd eerst heel kritisch en kan behoorlijk arrogant zijn. Geef haar even de tijd en dan kunnen jullie het vast goed met elkaar vinden). En lieve Stan en lieve Hugo wat ongelofelijk verdrietig en verwarrend voor jullie, hoe moet je hier nu weer mee omgaan?
Heel veel liefs en zoenen en knuffels en sterkte.
Barbara, Pepijn, Tommie en Rover.