Lieve Koks,
Je was een goede vriendin van mijn ouders,
Daardoor heb ik je als klein meisje al leren kennen.
Ik weet nog dat alle meisjes op onze school in de lente knie kousen aan mochten,
Maar mijn moeder twijfelde daaraan en wij moesten nog een majo dragen …
Tot jij Koks tegen mijn moeder zei: laat ze toch Riet,dat kan toch best!
En het mocht!
Ik kon je toen wel om je hals vliegen! Wat waren wij toen blij en opgelucht!
Later toen het met mijn ouders niet meer zo goed ging,en ze ziek werden bleven Jan en jij op bezoek komen .
Ook later Koks toen jij zonder jouw Jan verder moest met je leven
bleef je hier erg trouw in. Dat werd dan ook heel erg gewaardeerd
Toen een aantal jaren geleden mijn ouders beiden overleden waren,zei Koks:” ik blijf jullie toch wel zien hè”? Ze gaf ons met deze vraag het gevoel ons te willen blijven volgen in ons leven.
Mijn gedachten gaan dan ook terug naar de bezoekjes aan ons,met de Kerst
of andere vieringen. Je genoot hier zo van en je was ons altijd weer dankbaar.
wat niet hoefde, want wij genoten ook van jouw aanwezigheid!
Het is zo gegroeid, dat je ook in ons leven verweven zit.
Maar toch viel het leven je zwaar zonder je man: Jan.
De laatste jaren zijn zeker niet makkelijk voor je geweest
Eigenlijk wilde je gewoon niet meer verder met het leven.
Wat ik dan toch altijd zo knap van je vond was die belangstelling
voor andere mensen om je heen. Die bleef je houden en je vroeg ook altijd
naar dingen die er speelden bij ons.
Je keek ook erg uit naar de bezoeken die An je 1x in de week bracht.
De gesprekken ,het even naar buiten gaan als het een beetje goed weer was,om een paar boodschapjes te doen. Het was waardevol …..
Koks wilde ons graag iets geven omdat we zoveel voor haar deden zei ze. In overleg met haar kochten we een appel boompje voor in de tuin. Een dierbare herinnering ,want als we naar het boompje kijken is dat elke keer weer de herinnering aan Koks…
Ik koester de momenten aan je keuken tafel met een bakje koffie en zo’n overheerlijke tompoes van de bakker uit Maassluis.
Ook jij probeerde dapper mee te eten maar vaak verdween de helft in de koelkast het was iets te veel en je zei ; ‘dit bewaar ik voor de avond”
Het eten ging ook steeds minder goed
Je verzwakte daar door erg
Je werd mager en zwakker en zwakker
In de ochtend van 21 april zijn wij ’s ochtends nog bij je geweest.
Je was nog helder, maar zei ook: “dit kan niet lang meer duren”
We praten wat en je pakte eerst de handen van An en toen die van mij.
Je wilde graag nog wat drinken en wat eten.
We hebben je daarna even lekker neergelegd en ingestopt
en hebben toen afscheid van je genomen
Je vond het fijn dat wij er waren zei je nog.
Daarna zakte je al vrij snel weg in een eindeloze slaap
waar je niet meer uit hoefde te ontwaken.
Dag lieverd , je was een heel bijzondere vrouw
en we gaan je dan ook ontzettend missen…..
Liefs!
Antje en Karin