Otto is er niet meer, wat verdrietig en wat een schok.
Ik zat met Otto in dezelfde klas op de kunstacademie. Het waren de jaren van “de Nieuwe Wilden”. Iedereen ging weer ineens figuratief schilderen en wij deden daar volop aan mee. Het liefst op groot pakpapier want dat was goedkoop. Vliegende vissen, figuren die in het water doken of salto’s maakten, sprookjesachtige taferelen, van alles kon op dat pakpapier terecht komen. De meesten van ons zijn daar toen in vastgelopen naarmate de tijd vorderde. Achteraf zie je dat je wel erg gemakkelijk had meegelift op een stroming en we voornamelijk elkaar hadden gekopieerd. Maar met Otto was het toch een iets ander verhaal. Wat hij toen deed zat al dichter bij hem zelf. Hij bleef zich ontwikkelen, volgde zijn eigenzinnige gedachten en zocht daar beelden bij. Hij had voldoende stof (soms letterlijk!) om te schilderen en te tekenen, daar zat geen stop op. Daarin bewonder ik Otto. Hij was eigen en ging vaak tegen de stroom in, ook met zijn opruiende en best cynische teksten. Ik was het niet altijd met hem eens en dacht vaker: kan het een tandje minder? Maar bij Otto was het eigenlijk nooit een tandje minder! Dat getuigt van moed en betrokkenheid, hij stond voor zijn mening. Hij zag het zelf geloof ik anders maar ik vind het knap wat hij bereikt heeft in het leven. Die onrustige, zachte en gevoelige geest van hem heeft het toch maar voor elkaar gekregen: een mooie carrière als kunstenaar en een bijzonder oeuvre waar menig liefhebber nu en in de toekomst van kan genieten. Ik hoop dat dit een troost is voor zijn geliefden. Ik wens de familie en vrienden sterkte met het grote verlies.