Rob en ik zijn in 2007 bijna tegelijk begonnen bij Deloitte, Rob in oktober, ik in november. Op kantoor hebben we toen veel tijd samen doorgebracht en leerden we je kennen als die vrolijke, nuchtere jongen met een heerlijk Brabants accent. Al snel ging je meedraaien op allerlei projecten, met name op het gebied van ‘Master Data’, waar we ons met een groepje op een gegeven moment in gespecialiseerd hebben. We zullen hier nu niet precies uitleggen wat dat inhoudt, maar je wist al snel een expert te zijn op dit gebied.
Geert herinnert zich van de verschillende projecten die jullie toen samen deden dat je opviel door je enthousiasme, je nieuwsgierigheid en je positieve instelling. Met je jonge uiterlijk bleef je heel lang ‘ons menneke’ en wij denken dat dat ook de reden is geweest waarom je op een gegeven moment je baard liet groeien.
Ik begreep van de week dat ook jouw familie en vrienden – net als bij mij – vooral onthouden hebben dat je ‘iets met computers’ deed, maar eigenlijk gaat het in ons werk veel meer om het contact met mensen, het begrijpen van wat mensen willen en waarom, en daar was je uitzonderlijk goed in.
Naast onze gezellige tijd op kantoor heb ik je op onze tripjes naar Walldorf voor trainingen bij SAP ook op persoonlijk vlak nog beter leren kennen. Ik weet nog goed dat ik je in Boekel op kwam halen en daar stond je dan met je krukken, omdat je weer eens veel te fanatiek was geweest met voetballen. Voetbal dat was altijd een mooi gespreksonderwerp, over PSV en natuurlijk de altijd beladen derby’s tussen Boerdonk en Keldonk.
Naar aanleiding van die trainingen hebben we veel samengewerkt om nieuwe diensten voor klanten te ontwikkelen, samen met Geert en de drie-eenheid Rob, Rob en Rob (om het makkelijk te maken). Voor mij was jij daarbij de ideale persoon om mee samen te werken, jij als de grote aanjager, ik als de ‘zeiksnor’ die op alle details wilde letten en uiteindelijk ook van jou op ‘de beslissende knop’ moest drukken, en dat werkte perfect samen.
Na een uitstapje naar Sligro, kwam je twee jaar geleden naar ASML, waar Geert en ik inmiddels ook al werkten. Vanaf de eerste dag gingen we samen werken op een van de grote projecten van ASML. Al snel voelde je je thuis en had je je plek binnen ASML en het project team gevonden. Paul van Gend omschreef je deze week als volgt: Je hebt het allemaal; De looks. De brains. Het charisma. De humor (en dan vooral het dubbel kunnen liggen om je eigen grappen). De sociale vaardigheden. De drive. De energie. De hulpvaardigheid. De attentie voor anderen. We hadden vaak al aan een half woord genoeg om elkaar te begrijpen. Kortom: Samenwerken met jou is een feest.
Buiten dat je voor iedereen een hele fijne collega was, had je met velen ook een persoonlijke band. Bijvoorbeeld met Guus met wie jouw leven veel gelijkenissen vertoonde (midden ’30, twee jonge kinderen). Of Stef die vertelde dat vanaf het moment dat hij je met een blad bier bij een Guns N Roses concert tegenkwam er een echte klik was. Gesprekken over sporten, Guns N Roses, Pearl Jam, de kinderen en zelfs skateboarden. Je vertelde hem een keer dat – zoals je dat zo mooi kon zeggen - “onze Ties en onzen Loet” het altijd tof vonden als papa nog eens een “Heel Flip” maakte. Stef maakte daar vooral uit op dat jij veel beter kon skateboarden dan hijzelf ????.
Arjan herinnert zich met name een gezamenlijke training binnen Finance die nogal ongelukkig gepland was. Jullie hadden namelijk allebei al voorspeld dat als PSV kampioen zou worden jullie niet okselfris aan de training zouden beginnen. PSV werd kampioen en jullie waren inderdaad allebei compleet brak. Maar ondanks die lichamelijke toestand waren jullie vastbesloten om het beste uit de dag te halen, die begon met het introduceren van jezelf aan de hele groep die uit zo’n 40 man bestond. Van alle introducties is jouw introductie Arjan het meest bijgebleven. Je loopt naar voren in je spijkerblouse en op je sneakers en vertelt wat je doet binnen ASML om daarna in 1 zin aan te geven wie je echt bent. Je gaat staan in jouw typische houding (borst vooruit, hoofd schuin omhoog) en zegt vol overtuiging “I’m a boys dad!” De trotsheid die je toen uitstraalde zal hij nooit vergeten.
Je hebt dan ook heel helder waar je prioriteiten moeten liggen. Werk is belangrijk maar wanneer je bijvoorbeeld voorleesvader kan worden op school doe je dat. Dan maar wat later op de maandag aan je werkweek beginnen. Je maakte ons dus al snel duidelijk dat je gezin het allerbelangrijkst is. En omdat je veel met ons deelt, krijgen we er uitgebreid over te horen.
En dan stopt afgelopen zondag jouw wereld en die van ons. Het nieuws doet de bodem onder ons wegvallen, alle andere dingen worden onbelangrijk. Het ondenkbare blijkt waar. We hebben zelden een grotere verslagenheid gezien dan afgelopen maandagochtend toen het droevige nieuws binnen ASML bekend werd gemaakt. Om het in jouw eigen woorden te zeggen: het is mooi naadje. Rubke, we zullen je enorm gaan missen jongen.