Ik heb wel eens de vraag gekregen of dat het dan meer een grote broer voor me was dan een oom , maar nee, het was gewoon echt een oom.
Het feit dat hij bij ons woonde heb ik nooit als bijzonder of raar of vervelend ervaren. Hij was er, en hoorde erbij. Ome Willy was dan ook geen lastige mens. Hij had vooral zijn eigen leven.
Hij had natuurlijk zijn werk bij Philips en daarnaast was hij ontzettend betrokken bij het dorp Zijtaart en dan in het bijzonder bij de jeugd.
De krant lezen als hij thuis kwam na het werk, dan samen met ons eten en op zondag met ons pap sport op tv kijken. Maar verder was hij veel weg, hij heeft naast de vele bestuursfuncties ook altijd veel tijd doorgebracht met Jong Nederland, carnavalclub, fietsclub, biljartclub, motorclub, vakantieclub en de kroegclub.
Hij had het heel goed naar zijn zin op zijn zit/slaapkamer bij ons achter in de (verbouwde) garage. Zijn eigen plekje, meer ruimte had hij niet nodig. Verjaardagen vierde hij bij ons binnen.
Toch denk ik nu, je moet het maar willen, elke keer met je stapeltje kleren op pad door de kou om bij ons binnen te gaan douchen. Het was vanzelfsprekend dat hij er was. De enige tijd dat ons mam zich zorgen maakte was als hij weer op een verre reis was. Zeker later, toen zijn gezondheid hem regelmatig in de steek liet en ze niet snapte dat hij nog zo ver weg durfde te gaan.
Talrijk zijn de spannende verhalen van de clubs en clubjes, van vrienden, van vakanties en van het cafe waar hij graag kwam, ik ken ze ook, al ken ik maar een klein gedeelte. Die mogen door anderen hier vertelt.
Mijn verhaal van ome Willy is toch vooral dat van ons thuis.
Jaren later besefte ik pas hoe bijzonder het was dat hij bij ons woonde. En ook hoe lang hij bij mijn ouderlijk huis heeft gewoond. (Hij ging pas op zichzelf wonen toen hij met de VUT ging)
Als levensgenieter zie ik hem nog achter zitten, met zijn glaasje Whiskey een shaggie rokend, luisterend naar muziek of lezend zittend in zijn stoel die nog uit het ouderlijk huis op de Leindserondweg kwam.
Nooit klagend, nooit vragend, zich nooit bemoeiend met onze opvoeding. Tolerant, maar ook van ; niet soebatten, niet moeilijk doen, als je je brand moet je zelf op de blaren zitten, geen bericht is goed bericht.
En dat laatste bleek dus niet waar. Geen bericht bleek deze keer dat, in ieder geval ik, niet meer heb meegekregen dat je ziek was.
Op je eigen manier het leven losgelaten in je slaap, mooier kan het niet meer worden.