Ik zit alleen, ineen gedoken;
Ik ben een schaduw van de vrouw die ooit was.
Mijn hoofd is leeg, mijn hart gebroken;
En mijn handen houden jou nog stevig vast.
Want er gaan nooit een dag voorbij;
Dat ik jou niet meer voel en dat ik jou niet meer mis.
En het bed is te koud voor mij;
Omdat het niet door jou beslapen is.
Ons warme huis, wordt alsmaar stiller;
Tot er niets meer van je stem te horen is.
Ik schreeuw je naam en sluit mijn ogen;
Wacht op antwoord, ook al heeft het weinig zin.
Ik blijf geloven, dat jij mijn stem hoort;
Ook al is het tegen beter weten in.
Want er gaan nooit een dag voorbij;
Dat ik jou niet meer voel en dat ik jou niet meer mis.
En het bed is te koud voor mij;
Omdat het niet door jou beslapen is.
Ons mooie huis, wordt alsmaar leger;
Tot de tijd je laatste sporen heeft gewist.
Mijn hart is verbrijzeld, mijn droom gegijzeld
Door de eenzaamheid.
Je stem wordt steeds trager, je beeld steeds vager,
Nee ik wil je nog niet kwijt.
Want er gaan nooit een dag voorbij;
Dat ik jou niet meer voel en dat ik jou niet meer mis.
En het bed is te koud voor mij;
Omdat het niet door jou beslapen is.
Ons grote huis, wordt alsmaar killer;
Omdat alles nu zo leeg en zinloos is.
Lieverd, je zou 33 jaar zijn geworden gisteren. Bovenstaande songtekst zegt genoeg. Ik hou van je en ik mis je enorm.
“Lientje”