Beste Garmt. Met de diagnose kwam je oog in oog te staan met het monster ALS. Dit monster de wereld uit helpen, werd daarmee jouw strijd. Jouw gedrevenheid en bindende kracht zorgde voor een stroom aan Accenture-initiatieven waarin kennis, ervaring, passie en steun werden samengebracht om het leven van patiënten wiens hersenen nog goed functioneren, maar het lijf niet meer meewerkt, dragelijker te maken. Van een record aantal zwemmers én donaties in de Amsterdam City Swim, een investeringsfonds, een uitvinding om apparatuur met het brein, stem en ogen commando’s te geven tot aan een database die onderzoekers, patiënten en farmaceuten bij elkaar brengt en daarmee de ontdekking van effectieve geneesmiddelen dichterbij. Saamhorigheid pur sang, en dat vervult me met trots. Je bent voor mij veel meer dan een collega, ook een vriend, een voorbeeld, een ambassadeur en een inspirator. Ondanks het monster, vol in het leven. Zelfs in de kwetsbaarheid van het leven vind jij kracht. En hoop. De laatste keer dat ik je gezien heb en wij een “herinneringswandeling” hebben gemaakt, heb ik afscheid van je genomen door je een gedicht voor te lezen. Dit gedicht van Havel raakt mij diep en is voor mij onlosmakelijk verbonden met mijn gedachten aan jou. Mijn hoop is voor altijd bewust.
Grote en warme groet, Manon van Beek


Hoop

Diep in onszelf dragen wij hoop;
Als dat niet het geval is,
is er geen hoop.
Hoop is een kwaliteit van de ziel
en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt.
Hoop is niet
voorspellen of vooruitzien.
Het is een gerichtheid van de geest,
een gerichtheid van het hart,
verankerd voorbij de horizon.
Hoop in deze diepe en krachtige betekenis
is niet hetzelfde als vreugde omdat alles goed gaat,
of bereidheid je in te zetten voor wat succes heeft.
Hoop
is ergens voor werken
omdat het goed is,
niet omdat het kans van slagen heeft.
Hoop is niet hetzelfde als optimisme;
evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen.
Het is de zekerheid
dat iets zinvol is
onafhankelijk van de afloop,
onafhankelijk van het resultaat.

Václav Havel