Logeren bij oom Jos en tante Ina op de boerderij aan de Ouddiemerlaan zijn zonder twijfel de beste herinneringen uit mijn vroege tienerjaren. Ik logeerde er het liefst elke vakantie. Jos en Ina waren pas getrouwd en hadden nog geen kinderen, maar wel kippen, schapen en een moestuin. Er waren elke dag leuke en voor mij vaak nieuwe dingen te doen. Ik heb van Ina geleerd tomaten te dieven en koeien te melken in de wei – een hachelijke bezigheid. Op een wankel krukje moest je aan een speen trekken en er tegelijk van boven naar onder in knijpen om er ten slotte een straaltje melk uit te krijgen. Dat ving je op in een emmertje. De achterpoten van de koe zaten bij voorkeur vast, anders kon ze schoppen. Van Ina's broer Anton heb ik geleerd schapen te scheren: je pakt een schaap bij zijn poten, legt hem in de houdgreep en dan scheer je zijn vacht los met een tondeuse van gietijzer. Met Ina en haar jongste broer Johan fietsten we naar het buitenzwembad in Diemen waar we de hele middag speelden en zwommen. Of ik fietste met Johan naar de boerderij van familie Schrama, waar hij me liet zien hoe je op koeien rijdt of hoe je een vlieg een lucifertje op kunt laten tillen. Voor mij als burgermeisje was alles even buitengewoon. Als ik met tante Ina optrok, praatten we over van alles en nog wat. Uit mijn leven en uit haar leven. Ze kon goed luisteren zonder te oordelen. Ze vond het gezellig dat ik er was en ik voelde me veilig bij haar. Bij ons thuis leefde iedereen in zijn eigen wereldje, maar oom Jos en tante Ina hadden altijd belangstelling voor wat mij bezighield. Ik mocht er zijn en ik kon me uiten bij hun. Er was nooit iets wat niet mocht. Ik mocht de hele dag hun LP's draaien, van de Beatles en Bob Dylan, wat ik geweldig vond. Ik mocht sjekkies draaien van oom Jos zijn shag. En tijdens de zilveren bruiloft van mijn ouders in 1978 stopte hij me zomaar 100 gulden toe. Ik kreeg 2,50 zakgeld per week toen, dus 100 gulden?! Ik was nooit zo rijk geweest! Ja, oom Jos en tante Ina waren mijn lievelingsoom en -tante en ik ben nog altijd blij en dankbaar dat ik die vakanties bij hun heb meegemaakt. Om een lang verhaal langer te maken volgen nu alle goede eigenschappen van Ina, zoals ze voor mij was: warm, hartelijk, open, begrijpend, empathisch, ontfermend, belangstellend, vrolijk, zorgzaam, gezellig, rustig, vriendelijk, ondernemend, inlevingsvermogen, humor, klankbord, geduldig...
Hoewel vroeger tijden nooit meer terugkeren en je met pijn in het hart niet alleen het verleden, maar ook steeds meer dierbare mensen achter je moet laten, vormt de herinnering aan hun liefde een bron waar je steeds opnieuw bemoediging uit kunt putten. Daarom tot slot, uit 1Kor13:8-10,
Alles wat ten dele is, zal tenietgedaan worden,
maar de Liefde vergaat nimmermeer.