‘Kut Koller. IK HAAT JE! Wat doe je vandaag?’ als je met deze woorden op de zaterdagmiddag opbelde, wist ik dat het die dag een dag met een open einde zou worden en ik niet meer van je af zou komen. Het was jouw manier om tegen mij te zeggen ‘hey Koller, alles goed? Zal ik vanmiddag even langs komen om voetbal te kijken?’ En eigenlijk was het geen vraag, maar meer een mededeling. Soms was je zelfs al onderweg of was je ‘toevallig’ in de buurt.
En daar zaten we dan. Op een zaterdagmiddag naar een wedstrijd als Leicester City – Stoke City of Werder Bremen – Borussia Mönchengladbach te kijken. Met een schuin oog dan, want het was vooral een excuus om gezellig een biertje te drinken en lompe grappen te maken.
Tussendoor gaf je gevraagd, maar vooral ongevraagd je uitgesproken mening over het spel en de spelers. Altijd in het midden latend of je het nou meende of vooral zei om te zieken. Alsof je bij Voetbal Inside aan tafel zat. Dat bereikte een hoogtepunt wanneer PSV die avond zou spelen en Jetro Willems in de basis stond. Want man, wat had jij een hekel aan die man. Geen idee waarom. Die zou nog niet eens een vlieg dood slaan. Of misschien was het juist ook wel daarom. Het leverde je in ieder geval je enige bijnaam op waar je een hekel aan had: Jetrood. Je walgde er van. Althans, dat zei je. Maar misschien vond je het stiekem ook wel humor. Want zelfspot, cynisme en ironie had jij tot kunst verheven.
We hebben menig zaterdag zo versleten. De middag ging naadloos over in de avond en de avond weer naadloos in de nacht. De huiskamer veranderde langzaam in een kroeg. De enige zekerheid die er was, was dat gedurende de dag er steeds meer maten zich bij ons aansloten en het lachen, gieren, brullen zou worden.
We hebben tranen gelachen op dat soort dagen. Die tranen zijn er nog steeds, maar niet meer van het lachen. Want hoewel het al een flinke tijd geleden is dat we zo`n dag hebben beleefd, weet ik nu pas echt zeker dat dit nooit meer gaat gebeuren.
Ik ga je missen. En niet alleen vanwege deze markante zaterdagen. Maar ook vanwege al die andere mooie momenten in het stadion, op het werk, langs de lijn, voor de buis, in de kroeg, op de app, op een festival of waar dan ook.
Als ik zaterdag in mijn huiskamer weer eens een zaadpot voorbij zie komen, dan zal ik naar de tv roepen dat al ‘die mongolen er HE-LE-MAAL niks van kunnen’ en vragen of ze ‘hun basisplek bij de loterij hebben gewonnen’ om vervolgens te proosten op alle mooie momenten. Met een lach en een traan, dat wel.