Lieve Wim, Ann en alle familie vrienden en kennissen,
Wim is weg, niet te geloven. Zo’n fijne, warme, creatieve en hartelijke man. Ik heb, traag als ik ben, voor ik dit verhaal maakte eerst de andere reacties gelezen. Het is indrukwekkend hoeveel mensen jij hebt geraakt met je humorvolle, positieve, eigenzinnige persoonlijkheid, Wim. Dat spat van de reacties af!
Dat geldt ook voor Ank en mij. Ank wist in 1975 een huisje te veroveren in de Jacob van Heemskerkstraat Vlaardingen. In de loop van dat jaar zijn wij steeds meer gaan samenwonen en al snel kwamen we Wim tegen die in de Cornelis Houtmanstraat, eentje verderop, samenwoonde met Yvonne, met Ed als buurman. De klik was er meteen, elkaar vriendelijk in de zeik nemen met flauwe humor, maar ook mooie feesten of gewoon lekker bij elkaar rondhangen.
Het ging uit met Yvonne, Wim heeft een tijdje een paar straten verder gewoond, is weer bij ons komen wonen in het huis van Roel, en toen gebeurde het....: op de hoek van onze straat kwam ene Ann Tuk wonen met Wim als haar schuine achterbuurman. De buurtromance kon beginnen. Wel nog even in twee huizen, maar Wim maakte daar weer een van met een hekje tussen de huizen.
Er waren veel eigenschappen van Wim die ik zeer fijn vond, zoals hoe hij zo lekker kon door ouwehoeren, soms moest je er een breekijzer inzetten om nog mee te doen. En zeker ook van ernst overschakelen naar grappen en hard lachen. Fijn was dat! Maar ook zijn eerlijke, non-conformistische eigenzinnigheid vond ik altijd wel erg mooi. Daarmee was er altijd stof voor een lekkere discussie, maar ook leidde dat tot bijzondere situaties. Zo waren Ank en ik een keer uit eten bij Wim en Ann. Wim serveerde fazant. Die smaakte best goed. Na de maaltijd vroeg Wim hoe de vogel bevallen was. Zoals gezegd best goed. Dat kwam gelukkig goed uit, aldus Wim. Hij had op een fietstocht de vogel dood op de weg gevonden op de terugtocht vanuit Rockanje. Die was nog warm en zag er nog goed uit. Hij heeft de vogel eerst meegenomen naar zijn werk en daar in de koelkast gelegd. Dat hadden zijn collega’s niet erg op prijs gesteld en die hadden geëist dat de koelkast ontsmet zou worden. Na een paar maanden in de vriezer bij hem thuis, werd het tijd om deze maar eens aan ons te serveren. Niet iedereen zou dat hebben gewaagd, toch kreeg hij gelijk, de fazant had nog steeds goed gesmaakt. Maar als hij dat van de voren had gezegd...
Wim, je blijft mijn dierbare vriend.
Fred
Mijn herinneringen aan Wim beginnen in zijn eerste huis aan de Cornelis Houtmanstraat. De feestjes in de gezamenlijke achtertuin met in mijn herinnering voornamelijk muziek van Herman Brood en Nina Hagen. Ons reisje naar Parijs, kamperen in Bois de Boulogne en Wim die ons meenam en uitleg gaf in de wijk La Defense.
Maar een van de eerste dingen die weer bovenkwam en waar ik met zo ontzettend veel plezier op terugkijk is het volgende.
In de jarig tachtig van de vorige eeuw organiseerden wij jaarlijks een spelletjesdag.
Als eind twintigers, begin dertigers gingen wij terug naar onze kindertijd. Naast familie en vrienden deden ook collega’s van ons organisatoren mee. Je kon dus volstrekt vreemden tegenkomen, waarmee je o.a. de volgende spellen in competitieverband ging spelen: tafelvoetbal, verstoppertje, darts, knikkeren, kruiwagenrace, vlooien, jenga-torens bouwen, de zenuwspiraal van Willem Ruis, barricade enz.
Wim (en Ann) was fan en fanatiek deelnemer vanaf de eerste keer.
Er viel een heuse wisselbeker te winnen, waarop je naam voor eeuwig vastgelegd werd.
Zo gebeurde het dus dat Wim in een van de edities gedeeld eerste werd. (Het valt niet uit te sluiten dat extra sportiviteitspunten uitgedeeld door de organisatoren daaraan heeft meegewerkt).
Er moest dus een barrage komen. Voor dat jaar was bedacht dat Wim en zijn tegenstander een regenpak aankregen waarop een schoteltje was bevestigd met daarop een kaarsje. Diegene die als eerste met behulp van een klein waterpistooltje het kaarsje van de ander uitspoot werd de winnaar van dat jaar.
Probeer je eens voor te stellen hoe dat eruit gezien heeft. De capuchon van het regenpak strakker dan strak om het gezicht getrokken zodat je zo’n rondje kreeg, met daarin de pretoogjes van Wim achter (toen nog) grote brillenglazen met daaronder zijn volle rode snor. En Wim maar hard lachten.
Zijn tegenstander heette ook Willem en had ook een dikke bril. De heren spoten voornamelijk elkaars brillen nat. Het lukte hen maar niet – ondanks fanatieke aanmoedigingen van de omstanders – om elkaars kaarsje uit te spuiten. Op een gegeven moment deed Wim maar zijn slippers uit om die naar het hoofd van zijn tegenstander te gooien.
Het was een geweldig einde van een geweldige dag.
Wimpie wat ga ik je missen met die aanstekelijke lach en je vrolijkheid, de leuke verjaardagfeestjes, onze bezoekjes aan de Kunsthal. Dikke kus.
Ank