Beste familie van André,
Pas onlangs hoorde ik van André's overlijden. Ook al kruisten onze levens zich slechts enkele malen, dat bericht heeft mij danig geschokt. We waren leeftijdgenoten en hadden lang geleden min of meer parallelle levens. Zaten we begin jaren zestig niet beiden op de Middelbare Handelsschool in de Palmstraat? We zaten in ieder geval niet in dezelfde klas. Daarna gingen we beiden Nederlands MO-A studeren. En alweer zaten we in verschillende groepen. En toch moet er contact zijn geweest, want het was André die mij eind jaren zestig voorstelde aan de heer Theonville van Van Huffels antiquariaat/veilinghuis op de Trans. Ik mocht de functie van assistent die André daar had van hem overnemen. En zo maakte ik de laatste jaren mee van dit gerenommeerde, ondertussen enigszins verlopen antiquariaat.
De herinnering aan André vele jaren later staat me wel zeer helder voor de geest. Het is 1981 en inmiddels was ik wetenschappelijk medewerker voor de moderne Nederlandse letterkunde aan de Utrechtse Universiteit. Mijn collega Redbad Fokkema woonde toen op de zolderverdieping van André's huis op Achter St. Pieter. Het was Redbads idee om een serie boeken te maken waarin de moderne literatuur werd belicht vanuit essays, kritieken, interviews en programmatische bijdragen, kortom 'Reflecties op Letterkunde', zoals de serie zou gaan heten. André heeft die plannen met groot enthousiasme ontvangen en was bereid de boeken uit te geven bij zijn uitgeverij Reflex. De serie is nooit van de grond gekomen; slechts één boek is ervan verschenen: Van realisme naar zakelijkheid. Vele keren heb ik in 1981/82 met André en Redbad op Achter St. Pieter stimulerende bijeenkomsten gehad over de problemen en vorderingen bij het schrijven van deel 3-B. De verschijning van mijn eerste boek en tevens eerste publicatie, in 1982, zal ik nooit vergeten. Ik ben André diep dankbaar dat hij de publicatie ervan op zich wilde nemen met een prachtig verzorgde uitgave.
Kennelijk moesten jaren voorbijgaan voordat ik André weer (en voor de laatste keer) tegenkwam. Dat gebeurde in 2010 in Salon Saffier in de Herenstraat bij de presentatie van Awaters spoor van Niels Bokhove. We hadden beiden materiaal voor dat boek aangedragen. Bij die gelegenheid hebben we in een sfeer van hartelijkheid en belangstelling met elkaar over literatuur en meer persoonlijke zaken gesproken.
Als gezegd: mijn contacten met André waren zeer beperkt en verspreid over een grote periode. Maar de herinnering aan een innemende en bezielende persoonlijkheid is onuitwisbaar.
Hans Anten