Ik zal proberen dit verder uit te leggen.
- Zijn vakbekwaamheid. Dirk was een heel goede, deskundige, uiterst ervaren en veilige anesthesist. Toch kon hij het niet laten om te kijken waar de grenzen van veiligheid lagen. Een voorbeeld was zijn in Nederland absolute unieke methode om volwassenen te sluderen.(=van hun keelamandelen te ontdoen met een soort guillotineachig mes) Het bleek in zijn handen maar dan ook alleen in zijn handen jarenlang een uiterst efficiënte en veilige techniek, die helaas nooit in anesthesiologieland zal worden erkend, sterker nog om met de woorden van onze ex-collega KNO arts, tevens anesthesist Berkovic die nu 91 jaar is te spreken: “Als hierbij iets gebeurt, collega, is er geen advocaat te vinden in Nederland die u zal verdedigen en geen rechter die u zal vrijspreken”. Maar bij Dirk ging dit altijd goed. Ikzelf durfde het niet.
- Zijn speciale gevoel voor humor, dat altijd in zijn brein actief en creatief was en ook altijd paraat. Voorbeeld: Dirk dacht vaak over van alles en nog wat na en had dan ineens zoals hij dat noemde “een gat in de markt ”ontdekt. Zo had hij voor plastisch chirurgen de omgekeerde flapoorcorrectie bedacht. Als je ouder werd en hardhorend dan moest iedereen i.p.v. een hoorapparaat te nemen eerst zijn oren tot flaporen laten corrigeren. Dan kon je dat hoortoestel nog jaren uitstellen. En het grappige was, hij meende dit serieus.
- Zijn dag- en nachtritme of liever het afwezig zijn daarvan. Hij waakte en sliep eigenlijk altijd tegelijkertijd met de nadruk op waak. In de beginjaren van onze maatschap belde Dirk regelmatig ‘s nachts om 3 uur op om even wat te bespreken of hij had weer een gat in de markt gevonden, waar hij het dringend over wilde hebben, geen idee hebbend dat het midden in de nacht was. Dan zei je “sorry Dirk maar het is 3 uur in de nacht. En dan antwoordde Dirk verbaasd. “Is het al zo laat?” Daarom Had Dirk er ook geen enkele moeite mee om diensten te draaien, sterker nog hij deed dat graag. De keerzijde was dat als we een belangrijke vergadering hadden bv met de RvB en je keek naar Dirk dan zat hij vrijwel altijd opzichtig te knikkebollen. Dirk was ook altijd bereid diensten van je over te nemen als er iets was of als de dienst je slecht uitkwam. Dirk was een fantastische collega, waar je zonder gêne met al je problemen hoe gek ook terecht kon. Dirk vond niets te gek.
- Dirk zijn talent voor administratie of liever het afwezig zijn daarvan. Graag deed Dirk zijn eigen financiële administratie tijdens de dienst op het ziekenhuis. Hij had dan 3 plastic zakken, 1 met onbetaalde rekeningen, 1 met betaalde rekeningen en 1 met aanmaningen. Het ging dan als volgt: hij pakte een aanmaning, zocht er de rekening bij, betaalde, nietje erin en dan in de zak met betaalde rekeningen. Simpel, efficiënt maar ietwat primitief. Maar dan weer de tegenstelling. Op een gegeven moment is Dirk zich bezig gaan houden met de codering van onze verrichtingen en dat ging op wat wij zo noemden .de witte kaartjes. Dat was in de tijd dat iedereen nog begreep, ook de patiënt wat we declareerden en of het klopte. Nu begrijpt niemand en ook de specialist zelf niets meer van zijn eigen declaraties, doordat de zorgverzekeraars ingezet hebben op transparantie. Die codering ging dan bij Dirk ineens met een enorme inzet, discipline en perfecte zorgvuldigheid. Hieruit blijkt weer zo’n tegenstelling.
- Dirk had eigenlijk altijd een goed humeur deed me altijd een beetje aan Ollie B Bommel denken, een heer van stand, maar dan wel tot het moment dat het omsloeg. Het koste erg veel moeite om hem boos te krijgen. De meesten lukt dat nooit, zeker vrouwen niet, maar als dat wel lukte berg je dan maar, dan waren voor lange tijd de rapen gaar. Een van onze kaakchirurgen weet daar nog goed over mee te praten. Dat kwam gewoon nooit meer goed en dan had je een slecht leven op de OK.
Dirk had veel moeite om zijn mooie vak vaarwel te zeggen en met pensioen te gaan. Dat was in 2005.
Hij begon langzaam ook wat problemen te krijgen met zijn gezondheid.
Hij kreeg het een keer op de parkeerplaats van het ziekenhuis plotseling benauwd en bleek een longembolie te hebben. Zo kwam hij ongewild in het medische circuit terecht. Achteraf was dat een geluk bij een ongeluk want het bleek dat hij diabetes had, die waarschijnlijk al veel langer bestond. Maar Dirk had weinig met discipline en dat heb je nodig voor een goede regulatie van diabetes, dus ging dat niet altijd goed. Hij was zoals dat heet niet altijd therapietrouw.
Helaas heeft de maatschap de jaren na zijn pensionering weinig contact gehad met Dirk. Het leek alsof hij zich bewust terugtrok en geen contact wilde. Zoals zoveel dingen bij Dirk hebben we dat nooit begrepen.
Vorig jaar hebben mijn oude maat Willem Jansen en ik hem nog eens bezocht in zijn verzorgingshuis hier in Amsterdam. Het was een heel gezellig bezoek. Dirk zat enorm op zijn praatstoel en had er duidelijk heel veel plezier in. Helaas was hij aan een rolstoel gekluisterd omdat zijn