Lieve Pieter,
Voordat we definitief: “Houdoe en bedankt” zeggen (nou zei jij dat als exportbrabander nooit, maar goed) wil ik graag wat herinneringen met jou, en iedereen aanwezig hier, delen.
In mijn ouderlijk huis op de Drogedijk (jij was op de Zwingelspaansedijk geboren) sliepen wij lange tijd in 1 bed. Niet omdat we dat zo gezellig vonden, maar simpelweg omdat er niet voor iedereen een eigen slaapkamer was. Dat schepte toen al een band al herkenden wij dat misschien nog niet. En gezellig? Ja dat was het toch wel.
Rond 1980 kregen we van Sinterklaas een tafeltennistafel. Deze paste mooi in de schuur en we speelden daar uren en uren op. Dat was niet alleen gezellig, toen is ook onze gezonde rivaliteit met spel en sport ontstaan. Allebei hadden we een hekel aan verliezen, vooral van elkaar.
Jouw wedstrijd tegen deze ziekte viel helaas niet te winnen, Pieter.
Gedurende de 80-er jaren introduceerde jij mij in de wereld van de Heavy Metal. Een slogan uit die tijd: disco is shit, in heavy metal zit pit! En dat vond ik ook. Iron Maiden, Cloven Hoof, Mercyful Fate en noem maar op. Spijkerjasjes, platenzaak Bullit waar al ons zakgeld naar toe ging en samen naar een concert van Metallica in Leiden, toen ze nog echt hard speelden. Ik was dan ook enorm verbaasd toen jij mij ook eens liet luisteren naar een ander soort band; symphonische rock? Wat is dit dan? Wat een vage teksten! Lange nummers, ik vond het maar vreemd. De naam van deze band: Marillion, de zanger: Fish. Jij had weer eens gelijk; dit is een wereldband. Samen met jou naar Ahoy op 8 november 1987. Wat een buitenaards concert. Toen het nieuws in 1988 naar buiten kwam dat zanger Fish de band ging verlaten en solo verder ging was ik geschokt, geen Doe Maar taferelen, maar toch. Jij zei toen: Dat wordt bij geen van beiden meer zo goed als het was. En weer had jij gelijk.
Op mijn 16e verjaardag mocht ik van ma een feest geven. Pieter, jij had de taak om een beetje op ons te letten. Dat liep net ff anders; 3x raden wie er het meeste gedronken had en sigaretten uit zat te drukken in de vloerbedekking? Ja dat was jij, Pieter.
Ook rond die tijd ging ik samen met jou in de zomervakantie een weekje naar de Ardennen, kamperen. Rugzakken ingepakt en met de trein er naartoe. Van het station naar een camping was toch wel heel ver lopen en een drankje bij een cafeetje leek ons een goed idee. Jij zei: je moet eens een duveltje proberen! Dat deed ik en voor de zekerheid nog 2. Toen we weer gingen lopen stroomde er cement door mijn benen. Weer een les geleerd.
Ik noemde al even onze rivaliteit, dat was niet alleen met tafeltennis (won ik meestal) maar ook met bowlen (won jij bijna altijd) en snooker (wat ik dan weer meestal won). En met nog iets:
De OBT. OBT staat voor Open Bredase Triviantkampioenschappen. Deze worden sinds 1999 bij ons thuis gehouden en jij hebt er maar weinig gemist, Pieter. Om dit toernooi te winnen heb je heel veel kennis nodig en een beetje geluk. Pieter, jij hebt hem 5x gewonnen! Geen wonder als je antwoord kunt geven op vragen als: wie zong: als het gras 2 kontjes hoog is? (Hydra) of: wie werd wereldkampioen allround schaatsen in 1984? (Hilbert van der Duim). Jij hebt 5 titels, ik pas 3. Ik hoop dat je in november meekijkt en mij af en toe een antwoord influistert. De OBT zal nooit meer hetzelfde zijn zonder jou!
Nog een laatste herinnering wil ik noemen: de broers en zussen dag. Een aantal keren hebben we geprobeerd om uit een escaperoom te ontsnappen, dat is ons niet gelukt. En Pieter, hieruit ontsnappen gaat je ook niet lukken helaas..
Pieter, dank je wel voor je humor, dank je wel dat je mij muzikaal heb opgevoed, dank je wel voor alle sport en spel momenten die we samen hadden, dank je wel dat je mijn broer wilde zijn.
Lieve Pieter, ik ga je heel, heel erg missen.