In memoriam
Rien
Als ik, als geboren Groninger, denk aan geboren Fries Rien, dan denk ik aan het sollicitatiegesprek dat ik met hem had, ergens in de zomer van 2011. We hadden een onmiddellijke ‘klik’. Misschien het gevolg van onze noordelijke wortels?
Ook denk ik aan de tientallen sollicitanten die ik samen met Rien heb ontvangen bij Vendrig. Als een op elkaar ingespeeld tandem, wisten we de kandidaat altijd op zijn of haar gemak te stellen. Niet zelden wisten we kandidaten tot tranen toe aan het lachen te maken. Kostte dat moeite? Nee, nul. Dat ging vanzelf. De chemie die ik met Rien had liet dat soort momenten ontstaan. Overigens waren veel kandidaten ook in staat om óns in een onstopbaar lachsalvo te doen ontsporen, maar dat terzijde.
Vanuit Arnhem was ik altijd vroeg op de zaak; maar Rien was er altijd een kwartier eerder, vanuit Beesd. Als door Rien aangenomen hoofd Klantenservice bij Vendrig, begon mijn dag steevast samen met Rien, aan de koffie. Een kwartier, niet langer want er moet gewerkt worden. De dag van vandaag doornemend en de dag van gisteren beschouwend. Alles kwam langs: de wedstrijdresulaten van ‘zijn meiden’ waar hij immens trots op was, de besoignes van onze mensen in Sales, Relatiebeheer en op Klantenservice, plannen voor commerciële acties, adviezen over lastige kwesties. “Dingen klein maken” was zijn devies. “Dan overzie je het beter.” Daar was Rien goed in: problemen klein maken en mensen groot.
Zijn eerste flirts met Hendi deelde hij met mij tijdens een van deze koffiekwartiertjes. Dit zou de baan van zijn leven worden! Zijn vertrek bij Vendrig liet bij mij een leegte achter. Mijn maatje, die ook nog eens mijn baas was, was daar opeens niet meer. Het koffiekwartiertje verdween en het leven ging verder, zoals dat nou eenmaal gaat. Niet erg. Ons contact werd minder intensief, maar wanneer we elkaar spraken, was het altijd ‘ouwejongenskrentenbrood’.
Waar Rien komt, daar is actie. Of hij nou bij de directie van een klant zat, of in de kantine bij Vendrig: Rien schakelde met iedereen. Hij kende geen standenverschillen in mensen; iedereen was gelijkwaardig. En iedereen kon rekenen op zijn waarachtige interesse. Met zijn aanstekelijke lach en Friese tongval wist Rien mensen te verbinden en ze direct op hun gemak te stellen. Rien was wie hij was. Geen opschmuk. Gewoon Rien.
Met Rien heb ik vaak de longen uit mijn lijf gelachen. In gedachten komen bij mij: de avond met het CTO (Commercieel Team Overleg) bij Indisch restaurant Dewi Sri in Rotterdam, onze gezamenlijke autoritten naar klanten, de ‘act’ die we opvoerden bij het jubileum van Rob Bolweg bij Vendrig (inclusief ribbroeken), onze reeks solliciatiegesprekken thuis bij kandiaten voor de marketingfunctie (de zelfgemaakte koek van Godert won!) en de dagelijkse lol met mensen op de afdeling.
Ik getroost mij met al deze fijne herinneringen, want die verdwijnen nooit. Trots roep ik dan ook:
Rien is niet dood, Rien leeft!