Bernard en ik hebben elkaar leren kennen bij De Nederlandsche Bank. Ik denk dat het 2017 was. Op een dag stapte hij mijn kantoor binnen, in een blauw pak met een klein glansje, wit hemd en rode sokken en zei: "Ik heb gehoord dat je hulp kan gebruiken". En dat was ook zo. Een voor de bank heel belangrijk en zichtbaar programma (GAIA) op het gebied van IT-outsourcing, waar ik de opdrachtgever van was, dreigde zijn tweede programmamanager te gaan verliezen, en ik zat met handen in het haar. Bernard werkte al voor de Bank en had een stevige reputatie. Geen dag heb ik spijt gehad van onze samenwerking. Samen zijn we er in geslaagd de Directie (RvB) en RvC te overtuigen van het plan. Zijn kalme, zelfverzekerde houding van "we gaan dat schaffen" heeft zeker geholpen. Tijdens de onderhandelingen vormden we met een paar collega's een hecht team. Bernard adviseerde vaak de scherpere koers. En soms kreeg hij gelijk. De onderhandelingen werden een succes, het contract werd getekend. En de ellende begon. Professioneel waren we allemaal van de leg van het gedrag van onze nieuwe leverancier. Van geschillen werd het ruzie, van ruzie werd het mediation. Bernard was in die dagen dagelijks een steun en toeverlaat. Vaak zaten we samen, ook tot na werktijd, met een paar collega's te bedenken wat de volgende stap weer moest zijn. Soms ging Bernard ook mee met de onderhandelingen. Dat vond hij, denk ik, het leukste. Hij de bad cop, ik de good cop. Hij genoot van het spel. Ook al leverde uiteindelijk niet veel knikkers op. Het is in diezelfde tijd dat "de boot" -discussie kwam. Er moest een wereldreis komen. De boot kwam, maar moest verbouwd. Eindeloos! Ergens op een werf in Volendam. Minstens een keer per week een update over wat er goed ging, en wat tegenviel. Het werkwoord "trouwen" kwam plots voorbij. In mijn herinnering voor hem een belangrijk besluit. Bernard zwaaide af, de datum van vertrek was gezet. De uitnodiging voor de bruiloft viel op de mat. En ik ben geweest en heb, denk ik, een hangmat cadeau gedaan. Bernard en ik hebben samen grote dingen gedaan, professioneel dan, voor De Nederlandsche Bank. We hadden elkaar goed leren kennen tijdens die spannende tijden. Zo goed en zo kwaad als het kon hielden we tijdens jullie reis een beetje contact. Geschokt was ik van het berichtje van Merel dat het heel slecht met hem ging. Ik kreeg het bericht binnen een paar uur nog een aantal keer, van collega's van toen. Iedereen was erg op hem gesteld. Zijn overlijden hult zich in mijn ongeloof.