Ook een kind heeft herinneringen en vindt het prettig om deze herinneringen te delen. De wijze waarop verschilt uiteraard per kind en is ook leeftijdsgebonden. Hoe gaat u hiermee om en waar moet u rekening mee houden? We leggen eerst uit wat kinderen begrijpen en geven vervolgens enkele tips en handreikingen.
In gesprekken met kinderen over de dood, is openheid essentieel. Laat kinderen merken dat ze vragen mogen stellen. Geef duidelijke antwoorden en stel het niet mooier voor dan het is. Vermijd hierbij moeilijke woorden want die kunnen ze verkeerd opvatten. Kortom: vertel zoals het is. We hebben een boekje samengesteld als leidraad: 'Kinderen helpen bij verlies'. Vraag ernaar bij uw uitvaartverzorger.
Kinderen tot drie jaar weten nog niet wat doodgaan betekent. Z˚e kunnen geen onderscheid maken tussen leven en dood. Ze kunnen wél warmte en aandacht missen van een bepaalde persoon en dus –bijvoorbeeld- een ouder erg missen. Belangrijk is dat ze zekerheid en bescherming blijven ervaren. Baby’s en peuters hebben hierdoor na een overlijden in hun omgeving extra aandacht nodig. Kinderen in deze leeftijdsgroep gaan soms slechter eten of slapen. Dat hoeft niet meteen te gebeuren, dat kan ook pas veel later aan de orde zijn.
Kinderen tussen drie en zes jaar beginnen het verschil tussen leven en dood te begrijpen. Ze beseffen echter nog niet dat de dood onomkeerbaar is. Dat betekent dat kinderen kunnen gaan zoeken naar de overledene of ineens vragen wanneer hij of zij terugkomt. De angst dat iemand ‘zomaar’ kan verdwijnen, kan ontstaan. Dat kan verwarring en kinderlijker gedrag veroorzaken. De fantasie op deze leeftijd is groot, daarom is een eerlijk antwoord op alle vragen raadzaam. Op deze leeftijd is het ook mogelijk om kinderen te betrekken bij de uitvaart, indien ze wat extra aandacht en uitleg krijgen.
Kinderen in deze leeftijd kennen het verschil tussen leven en dood en begrijpen dat ‘dood zijn’ voor altijd is. Het kan wel voorkomen dat kinderen nog niet begrijpen dat de dood onvermijdelijk is. Vaak houden kinderen zich ‘groot’ of een beetje stoer. Verdrietig zijn doen ze vaak in eenzaamheid. Samen daarover praten, kan helpen en vaak vinden kinderen het ook fijn om iets concreets te doen. Denk bijvoorbeeld aan knutselen of tekenen. Het is goed om kinderen te betrekken bij het afscheid en mee te laten gaan naar de uitvaart. Zo leren ze op welke manier je gevoelens rondom het afscheid kunt delen.
Kinderen vanaf 12 jaar reageren vaak hetzelfde op een verlies als een volwassene. Daarom moet u als ouder of opvoeder jongeren ook op een volwassen manier benaderen. Wat het ingewikkeld maakt, is dat jongeren zich op deze leeftijd los gaan maken van hun ouders. Als een ouder of opvoeder sterft, wordt dit normale proces verstoord. Soms nemen jongeren zorgtaken over in zo’n situatie. Bovendien geeft de puberteit vaak verwarring en verzet. Schuldgevoelens over eerder gemaakte ruzies met de overledene kunnen de kop op steken. Jongeren vinden het vaak moeilijk om te laten zien wat er in hun omgaat. Het is daarom belangrijk om veel ruimte geven om op verschillende manieren gevoelens te uiten.
Kinderen in deze leeftijd kennen het verschil tussen leven en dood en begrijpen dat ‘dood zijn’ voor altijd is. Het kan wel voorkomen dat kinderen nog niet begrijpen dat de dood onvermijdelijk is. Vaak houden kinderen zich ‘groot’ of een beetje stoer. Verdrietig zijn doen ze vaak in eenzaamheid. Samen daarover praten, kan helpen en vaak vinden kinderen het ook fijn om iets concreets te doen. Denk bijvoorbeeld aan knutselen of tekenen. Het is goed om kinderen te betrekken bij het afscheid en mee te laten gaan naar de uitvaart. Zo leren ze op welke manier je gevoelens rondom het afscheid kunt delen.
Vergeet nooit om bij elke verandering van school of klas aan de nieuwe docent te laten weten dat een kind een verlies heeft meegemaakt. Vaak reageren kinderen jaren later nog op een eerder geleden verlies. Kinderen zijn namelijk geneigd om hun reactie en verdriet uit te stellen totdat de omgeving weer stabiel is. De omgeving verwacht dan niet meer dat gedragsveranderingen nog te maken kunnen hebben met een verlies van een paar jaar eerder.
Voel je als volwassene niet buitengesloten als jouw kind steun zoekt bij iemand anders. Kinderen en jongeren vinden het vaak makkelijker om hun verdriet te delen daar waar het stabiel is. Als ouder ben je vaak ook betrokken en geraakt door het verlies. Dat is normaal en hoef je ook niet weg te stoppen. Instinctief voelen kinderen dit toch aan. Wees blij als het kind een andere volwassene heeft waar hij of zij zich tot kan wenden.
Kinderen willen ook ‘normaal’ zijn. Dus plaats ze niet steeds in een uitzonderingssituatie. Als ze daarmee geconfronteerd worden, geef daar dan aandacht aan. Voorbeeld: op school wordt iets gemaakt voor moederdag. Voor iemand anders iets maken is fijn, maar toch niet hetzelfde. Zorg dat je hier als ouder of opvoeder wel oog voor hebt.
Wees niet geshockeerd als kinderen de omstandigheden van het overlijden gaan naspelen. Dit maakt de dood voor hen meer tastbaar.
Vaak ben je zelf verdrietig en heb je ruimte nodig om afscheid te nemen, bijvoorbeeld bij de uitvaart. Als kinderen meegaan is het fijn als een vertrouwd persoon dan wat extra aandacht aan hen schenkt en naar hun omkijkt.