16 oktober 2015
Het is zo ontroerend om te zien hoeveel troost het nabestaanden geeft om een overledene te zien. In de situatie dat men het hele proces naar het overlijden heeft meegemaakt en de dood niet onverwacht is binnengeslopen, is het de serene rust die de mensen raakt. Hij of zij ligt er dan niet alleen ‘mooi bij’ maar vooral de ontspanning in het gezicht en het ontbreken van lijden en pijn, maakt het tot een waardevolle ervaring. Hoe anders is het als de dood zomaar uit het niets tevoorschijn komt. Dan maakt ongeloof zich meester van de nabestaanden. Niet te bevatten. Dat ‘bevatten’ heeft tijd nodig en het besef komt heel langzaam. Het zien is essentieel om verder te kunnen. Wij kunnen het niet vaak genoeg zeggen: er is een keus, je bepaalt als nabestaande zelf of ‘je het aankunt’. Niemand mag of kan jou als naaste die laatste blik ontnemen. Nee, niet iedere overledene ligt er ‘mooi bij’ maar daar gaat het dan allang niet meer om. Kijken, aftasten, je zintuigen inzetten om te ervaren dat het inderdaad die persoon is waar jij zo van houdt, die zo plotseling is overvallen door de dood. Juist als het lichaam door de doodsoorzaak is gehavend en geschonden, slaat de fantasie vaak op hol. Onbegrenst en onbeperkt. De werkelijkheid is hard, zeker als het dode lichaam nauwelijks nog iets herkenbaars heeft. Maar de werkelijkheid is wat er op dat moment is, erger dan dat wordt het niet. Daar waar de dode voor een vreemde onherkenbaar is, zie ik hoe anders direct naasten wel hun dierbare zien, door alles heen. Zien doet geloven: ‘ja, deze persoon hoort bij mij’. Deze blik maakt dat er in ieder geval goed afscheid genomen kan worden. Onlangs bij een afscheid waarbij de familie vond dat het echt tijd werd om de kist te sluiten , vertelde zijn vriendin aan mij dat ze nog even zijn ooglid hadden opgetild. In eerste instantie uit nieuwsgierigheid. ‘Het heeft me goed gedaan, zijn guitige blik was weg’ , vertelde ze een beetje giechelend. Het sluiten van de kist was ineens niet meer zo confronterend als voor deze bijzondere actie. Het heeft mij aan het denken gezet. Ik vind het zelf erg moeilijk om in dode ogen te kijken. Het zijn de spiegels van de ziel. Het was kennelijk het laatste stukje werkelijkheid dat zij nodig had. Met het plaatsen van het deksel en het aandraaien van de schroeven, sloten we ineens veel meer af dan alleen de kist.
Loes Rooijakkers-Jeuken
Terug naar overzicht