Woorden na het verlies van een partner. Hier vindt u gedichten die de liefde, gemis en verbondenheid verwoorden. Met een kleine wijziging zijn de gedichten vaak aan te passen naar uw situatie. Zet u dan wel de bronvermelding eronder: vrij naar (naam dichter)
Onherroepelijk | Marinus van den Berg |
Je stoel is leeg.
Je stok staat er nog.
Je klompen in de gang.
Je jas hangt niet meer
aan de kapstok.
Evenmin je stropdas.
Je stoel is leeg.
Je stok staat er nog.
Dat je er nooit meer
zult zitten.
Dat je nooit meer
je stok zult nemen
om er even
uit te lopen.
Dat je geen jas meer nodig hebt
tegen regen en kou.
Ik weet het,
maar vraag me niet
of ik het ook besef.
Dat onherroepelijke
gaat mijn verstand
te boven.
Op reis | Hans Stolp |
Zo wonderlijk:
mijn hart kan jou
een beetje volgen
op je reis.
Was je aanvankelijk,
de eerste dagen,
nog heel nabij –
ik hoorde je praten,
ik zag je lopen –
later zweefde je
verder van mij
vandaan en kon ik
je steeds moeilijker
volgen.
Ik voel:
je reist steeds verder
weg van mij vandaan,
je reist het hoge licht
tegemoet.
Ik voel de afstand
groeien – dat doet pijn.
Maar ik weet:
hoe verder jij komt,
hoe stralender het licht,
hoe intenser de vrede,
hoe sterker de liefde.
Ga – en ga met God.
Dat is mijn hoogste,
mijn diepste wens.
Over de grens | Catharina Visser |
Waar ben je mijn lief
mijn dode beminde
je graf is zo diep
en de hemel zo hoog
ik zoek naar je glimlach
maar voel mij een blinde
schiet hoog door de wind
nog een glimp uit jouw oog?
Waar ben je mijn lief
hoe kan ik je vinden
is al wie je was
in dat graf daar omlaag?
Of drijft nog je groet
door de geur van de linden
en spreek je me aan
met je stem van vandaag?
Waar ben je mijn lief
de vrucht van je wezen
de zucht van je ziel
je onmetelijk hart?
Onpeilbaar je straling
je schrift niet te lezen
ik beuk op het niets
op de grens die mij tart.
Waar ben je mijn lief
ik wil mij verwijden
en breek door de muur
en ontvang je bericht:
in nieuwe dimensies
daar dansen wij beiden
met al wat bestaat
in de kring van het licht.
Projectie | Ingmar Heytze |
Het zal wel donker zijn, en stil, als je er niet meer bent.
Misschien zo stil en donker als het ademloos moment
waarop het zaallicht dimt voordat de film begint,
dat ogenblik. De hele eeuwigheid. Misschien.
Maar als je droomt dat je een vlinder bent,
kun je evengoed een vlinder zijn
die droomde dat hij mens was.
Je mag dit nooit vergeten. Op een dag
kust een van ons de ogen van de ander dicht
en moet dan weten: dit is louter pauze totdat alles
weer opnieuw begint. Jij en ik – geen stof, maar licht.
Reispenning | Hans Berghuis |
Hoe verder je weggaat,
hoe dichter ik toch bij je ben.
Zo vaak je vaart,
slaat het water in golven over mij heen.
Wanneer je paardrijdt,
houd ik de teugels tussen mijn tanden.
Waarheen je ook reist, ik blijf bij je zijn.
Ik ben de weg waarover je loopt,
Ik ben het water waar je in zwemt,
Ik ben het huis waar je woont
en de tent waar je slaapt,
een vacht onder je hoofd.
Jij bent de nabijheid,
die geen reis en geen einde kent.
Ritueel | Jean Pierre Rawie |
Ik houd het kleine ritueel in ere,
opdat je elk moment terug kunt keren.
Iedere dag, wanneer het avond wordt,
maak ik de tafel klaar: een extra bord,
bestek, je eigen stoel, een kaars, een glas,
alsof je enkel opgehouden was.
Ik hoor (hoe kon ik denken dat hetgene
waardoor ik ben, voor altijd was verdwenen?),
ik hoor, alsof de woning nog bestond,
het grind, de klink, het aanslaan van de hond,
en je komt binnen op het ogenblik
dat ik de lamp ontsteek, de bloemen schik.
ik hoop alleen dat ik dan rustig blijf
en haast niet opziend van mijn stil bedrijf
de woorden vind, als was het vanzelfsprekend:
Schuif aan; tast toe: er is op je gerekend.
samen | dichter onbekend |
we staan niet altijd stil
bij het woord "samen"
maar het is een groot gemis
als "samen" uit je leven is
ingezonden door Diny Berends
Thuis | Josina Mink |
ons huis verloor het thuis
sinds jij er niet meer bent
het lijkt ineens een vijand
alsof het me niet kent
de kamers lijken groter
een leegte is gekomen
ons bed, eerst warme haven
heeft me de slaap ontnomen
bij nacht sluit ik gordijnen
die altijd open waren
want nu zijn vensters ogen
die donker naar me staren
het huis schijnt stil te kijken
hoe het me verder gaat
het lijkt zelfs of de oude klok
de uren trager slaat
het huis en ik, wij samen
we zijn van alles kwijt
ik zet de deuren open
we wachten op de Tijd
misschien is Tijd bereid
ons huis weer thuis te geven
misschien kan Tijd me leren
om zonder jou te leven.
toen jij nog bij mij was | Boudewijn Knevels |
De wereld was veel mooier
toen jij nog bij mij was
nu is hij grijs en grauw
gedaan dat hemelsblauw
ik wou dat jij nog één keer
ach, nog één keer bij mij was
verleden niet vergeten | Monique Spangenberg |
Ik wil het verleden niet vergeten
maar ook niet gaan wonen in mijn verdriet
de beelden van jouw lach
moedigen mij aan
om de nevels op te lossen
waardoor ik naar het leven kijk.
Onze toekomst samen vervaagt
oude dromen vallen uiteen
mijn lichaam treurt en zoekt je nog
maar wat blijft buiten ruimte en tijd
is wat mij zo lief is aan jou