Gedichten bij het verlies van een vader of moeder. Soms zijn deze gedichten echt gericht op het verlies van een vader of moeder. Met een kleine wijziging zijn de gedichten vaak aan te passen naar uw situatie. Zet u dan wel de bronvermelding eronder: vrij naar (naam dichter)
Sindsdien | Jean Pierre Rawie |
Hij is mij toch nog ongemerkt ontgleden.
Hij keerde in, en ademde zo diep
dat het weer leek of hij alleen maar sliep.
Ik liep de trap af, de vertrouwde treden,
en voelde reeds dat hij was overleden,
nog voor ik hoorde hoe mijn moeder riep.
Of hij tot slot aanschouwde wie hem schiep
nam hij als laatste raadsel met zich mede.
Zo heeft zich op het eind mijn vaders dood
gevoegd bij de voldongen misverstanden,
als iets waar ik alsnog te kort in schoot.
Maar sinds hij mij ontviel, ervaar ik hem
steeds vader in gebaren van mijn handen,
en hoor hem spreken door mijn eigen stem.
Sterfbed | Jean Pierre Rawie |
Mijn vader sterft ; als ik zijn hand vasthoud,
voel ik de botten door zijn huid heen steken.
Ik zoek naar woorden, maar hij kan niet spreken
en is bij elke ademtocht benauwd.
Dus schud ik kussens en verschik de deken,
waar hij met krachteloze hand in klauwt ;
ik blijf zijn kind, al word ik eeuwen oud,
en blijf als kind voor eeuwig in gebreke.
Wij volgen één voor één hetzelfde pad,
en worden met dezelfde maat gemeten
ik zie mijzelf nu bij zijn bed gezeten
zoals hij bij zijn eigen vader zat :
straks is hij weg, en heeft hij nooit geweten
hoe machteloos ik hem heb liefgehad.
Trouwe bidders | Coby Poelman-Duisterwinkel |
Als dan de laatste
uitgedragen is,
’t ouderlijk huis verlaten,
besef je eens te meer
dat je niet enkel ouders mist
maar ook je trouwe bidders
en tegelijk
gaat in een kring
een koor van bidders staan
die doorgaan waar zij bleven,
jou noemen in Zijn naam.
Verder leven in jou | Inge Delnooz |
Je vader is er niet meer
Niet meer zoals hij was
Hij leeft verder in jou
In woorden en gedachten
In verhalen
in jouw hart
Voor mijn vader | Wilma Ros |
Ik zal het nooit vergeten
te weten wat het is.
De traagheid van gemis,
het niets meer kunnen geven.
Aan je bed gezeten deed het me pijn
je zo te zien.
Je hoofd op het kussen, je lichaam op het bed.
Jouw berusting tegenover mijn verzet.
Het is moeilijk terug te halen hoe je was
toen ik als kind het onsterflijke in je ogen las.
Doodgaan was niet iets om bij stil te staan.
Pas als volwassene kreeg de dood een naam, jouw naam.
Bij jouw sterven sterft het kind in mij.
Je bent er niet maar je gaat me niet voorbij.
Je bent er meer dan ooit tevoren.
Door de dood heen gaat een mens toch niet verloren.
In wie ik ben daar is een stuk van jou.
Dag pa, een woord van afscheid en van rouw.
Maar ook een groet want ik herken jouw zijn in mij.
En dat gaat niet, toch nooit voorbij.